Het onderzoeksgebied is ca. 143m2 groot en ligt in het centrum van Poperinge, direct achter het laatmiddeleeuwse gasthuis van de St-Bertinusabdij. Het archeologisch onderzoek kaderde in de uitvoering van een vergund werk. Omwille van de beperkte schaal en de ligging van het plangebied werd geen vooronderzoek met ingreep in de bodem uitgevoerd, maar direct opgegraven. De diepte van de opgraving werd beperkt tot de verstoringsdiepte, die eerder oppervlakkig was. Er werd één diepere profielput gegraven.
De resultaten van de opgraving sluiten aan bij de inzichten van een onderzoek op een aanpalend terrein, dat werd onderzocht in 2020. Het blijkt om een erg nat terrein te gaan, waar vanaf de 12de eeuw een aantal activiteiten plaatsvonden. Doordat de middeleeuwse niveaus zich buiten bereik van de geplande werken bevonden, werden deze evenwel niet verder onderzocht. In de 14de eeuw werd het terrein opgehoogd om bewoning mogelijk te maken. Ook in de eeuwen nadien werd het terrein meerdere keren structureel opgehoogd.
De aangetroffen structuren (waaronder een citerne, een muurfragment en een kelder), dateren alle ten vroegste uit de 17de/18de eeuw en zijn gebouwd met recuperatiemateriaal. Vermoedelijk zijn alle deze sporen direct te linken aan het gasthuis en de kapel.