Op het oostelijk deel van het terrein zijn in totaal zijn er 13 archeologische sporen aangetroffen. Het gaat om 7 paalkuilen, 3 kuilen en 3 greppels. Verspreid over het terrein komen ook spitsporen voor.
Alle paalkuilen (s1 t/m 6) werden aangetroffen in werkput 2. De sporen 1 t/m 6 hadden allen ongeveer een diameter die varieerde van ca. 30 cm. tot ca. 35 cm. en waren rond van vorm. De kleur van de vulling was over het algemeen grijsachtig met een zwartgrijze vlekkerige bijmenging, heterogeen en sterk gevlekt.
Er werden in totaal 4 greppels vastgesteld (s9, s10, s11 en s13). De sporen 9, 10 en 11 werden aangetroffen in werkput 3; spoor 13 werd aangetroffen in werkput 9.
De aangetroffen relevante archeologische sporen werden allen vastgesteld onder de spitsporen. Deze structuren zijn dus duidelijk ouder dan de spitsporen. In de spitsporen konden scherven van grijs aardewerk vastgesteld worden terwijl vlak op de spitsporen scherven van steengoed werden aangetroffen. Gezien het feit dat de betrokken sporen geen archaeologica opleverden, konden de sporen ook niet verder gedateerd worden. Of de greppels even oud zijn als de (paal)kuilen is dus niet duidelijk. Evenmin is het verband met de andere sporen duidelijk.