Naar aanleiding van een syntheseonderzoek naar mottekastelen werd een booronderzoek uitgevoerd op een ophoging aan het Zinckval. Deze structuur werd al ontdekt op historische kaarten zoals de kaart van Popp (1842-1880) waarbij twee circulaire vormen te zien zijn. Niets in de boringen wees echter op grachten van enige omvang en diepte die we kennen van bij mottekastelen. Het geheel van grachten dat de lage heuvel omsluit is er ondiep. De boringen geven ook geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een neerhof. Een alternatieve interpretatie is die van een konijnenaarde of konijnenberg. Deze heuvels maakten vaak deel uit van warandes en kasteelwarandes tijdens de middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd.