Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn 172 archeologisch relevante sporen met een goede bewaring aan het licht gekomen. Deze zijn geïnterpreteerd als greppels en grachten, 3 houtskoolrijke kuilen, paalkuilen en kuilen, bomkraters, een recente structuur en een natuurlijke depressie. Het vondstmateriaal bestaat uit vuurstenen artefacten, handgevormd aardewerk, Romeins en middeleeuws aardewerk en steengoed. Voorlopig wordt een voorzichtige datering naar voren geschoven van de Romeinse periode tot de volle middeleeuwen.
Auteurs: Depaepe, Ine; Bot, Bart
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Het merendeel van de aangetroffen greppelsegmenten worden gekoppeld aan 19de-eeuwse perceelsgrenzen. Deze hadden veelal een NW-ZO en NO-ZW oriëntatie richting de lager gelegen gronden ten noorden van ons plangebied.
Beschrijving:
In de zuidelijke helft van het onderzoeksgebied zijn twee bomkraters uit WO I aangesneden.
Beschrijving:
Verspreid over het terrein zijn verschillende ongedetermineerde kuilen aangetroffen. Deze verschilden in vulling en omvang, en bleven door het gebrek aan vondstmateriaal ongedateerd. In de zuidelijke helft van het onderzoeksgebied werd een vrij omvangrijke kuil met een lengte van ca. 15 m en donkerbruingrijze vulling als een depressie geïnterpreteerd.
Beschrijving:
In twee greppelsegmenten is telkens één residueel vuurstenen artefact aangetroffen. Het gaat om een verfrissingsafhaking en een microkling met retouches en beschadiging.
Beschrijving:
Door het aanwezige vondstmateriaal en vulling kunnen enkele paalsporen, houtskoolrijke kuilen en greppelsegmenten aan de Romeinse tijd of volle middeleeuwen gelinkt worden. Uit een greppelsegment in het uiterste zuiden van het plangebied werden meerdere fragmenten handgevormd aardewerk gerecupereerd, waardoor voor dit spoor een datering in de metaaltijden niet uit te sluiten is.