Algemeen

Bij het opschaven werden reeds vijf losse vondsten van lithische artefacten aangetroffen. Werkput 1 leverde geen lithische vondsten op op het tweede niveau. In werkput 2 leverden alle testvakken lithische vondsten op. Hierbij werden hogere concentraties vastgesteld in het midden van het grid, met als uitspringers testvak 2.16 en 2.34 met meer dan 10 artefacten in het eerste niveau. De vakken waarvan het tweede niveau werd ingezameld en verwerkt vertoont een gelijkaardig beeld met een lichte daling van het aantal vondsten.

De overgrote meerderheid van de vondsten bestaat uit microchips die kleiner zijn dan 5mm, gelinkt aan productieafvalresten. Er zijn geen volledig afgewerkte werktuigen aangetroffen. Enkele stukken zijn wel gebroken, het gaat dan voornamelijk om microlieten. Er zijn geen diagnostische stukken gevonden. Er kan bijgevolg geen exacte datering toegewezen worden.

Een opvallend verschil tussen beide werkputten is dat het lithisch materiaal in werkput 1 geen tekenen van verhitting of verbranding bevat. In werkput 2 werden, in op twee na alle testvakken, verbrande vuursteenfragmenten aangetroffen. Er was wel in beide werkputten een kleine hoeveelheid verbrand bot, houtskool en verbrande macroresten aanwezig. Allicht vallen de vondsten te plaatsen in het mesolithicum. Op basis van de aanwezigheid van afgewerkte productieafvalresten en de afwezigheid van afgewerkte werktuigen kan gesteld worden dat de concentratie het gevolg is van een productieplaats van werktuigen.

Over het algemeen worden er drie verschillende types vuursteen waargenomen, waaruit de werktuigen vervaardigd zijn: een bruingele translucente vuursteen, een donkergrijze translucente vuursteen en een grijze opake vuursteen.