waarneming

Mercator Postwerken

archeologisch element
ID
990435
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/990435

Beschrijving

Algemeen

Tijdens de vlakdekkende opgraving werden verschillende sporen aangetroffen. Het gaat hierbij om sporen uit de ijzertijd, Romeinse periode, volle middeleeuwen, late middeleeuwen/nieuwe tijd en WOI. Daarnaast werden er enkele vondsten aangetroffen die wijzen op aanwezigheid van de mens tijdens het mesolithicum en het neolithicum.

Mesolithicum

De verspreid aangetroffen lithische artefacten bieden een gemengde indruk. Een microkling, twee afslagen en mogelijk ook nog een kern horen vermoedelijk thuis in het (vroeg-/midden-)mesolithicum.

Neolithicum

Het overige debitagemateriaal is chronologisch nauwelijks te plaatsen, maar hoort vermoedelijk in belangrijke mate in de tweede helft van het neolithicum thuis. Het merendeel van deze vondsten is vervaardigd uit een matig tot grofkorrelige, beige-grijze tot (donker) bruingrijze vuursteen. Een gevleugelde pijlpunt met schachtdoorn dateert uit het finaal-neolithicum of het begin van de bronstijd.

IJzertijd

De aanwezigheid van de mens in de vroege ijzertijd binnen deze site is aangetoond aan de hand van een waterkuil geassocieerd met aardewerk uit deze periode. Andere sporen uit deze periode ontbreken op de site. Duidelijke bewoning binnen het onderzoeksterrein wordt vanaf de late ijzertijd teruggevonden. Het gaat om een woonerf met een drietal gebouwplattegronden van het type Haps en vermoedelijk enkele bijgebouwen. Eén van de Haps plattegronden werd gedateerd in de 4de – 3de eeuw v. Chr. Een pollenanalyse op een waterpoel uit de metaaltijden gaf een interessant inzicht in de geleidelijke ontginning van het landschap. Tijdens het eerste gebruik van de poel was er reeds sprake van akkerland maar was er nog steeds een duidelijke component gemengd loofbos aanwezig. Dit gemengde loofbos met eik lijkt in de volgende vulling van de poel vrijwel verdwenen maar dit heeft niet geresulteerd in een toename van het aandeel van granen. Pas in de derde vullingslaag van de poel lijkt de directe omgeving sterk onder invloed te zijn van antropogene activiteiten door de veeltallige aanwezigheid van tredplanten zoals varkensgras en smalle weegbree. Ook aandeel van granen en andere consumptiegewassen zoals vlas was duidelijk sterk toegenomen.

Romeinse periode

Er werden eveneens sporen gevonden van een nederzetting uit de Romeinse periode. Het gebouwtype en het weinig aangetroffen materiaal in de paalkuilen doen een ruime datering vermoeden op de overgang van de later ijzertijd naar de vroeg-Romeinse periode. Op basis van een dateerbare extractie-of uitgraafkuil van één van de nokstaanders kon gesteld worden dat het gebouw vermoedelijk al in de Romeinse periode ergens verlaten werd. Het Romeins materiaal aangetroffen in de directe omgeving van het woonhuis wordt ruim gedateerd tussen 70 en 300 na Christus. Daarnaast werden verschillende bijgebouwen in de directe en nabije omgeving aangetroffen die mogelijk tot het Romeins woonerf behoorden. Geen van deze bijgebouwen kon exact gedateerd worden. Een begraven cultuurlaag nabij het Romeins woonhuis werd via OSL-datering op de overgang tussen de 1ste v. Chr. en de 1ste eeuw na Chr. gedateerd en bevatte sporen van menselijke activiteiten en intentionele verbrandingsprocessen.

Volle middeleeuwen

In het zuidoosten van het plangebied werd vermoedelijk een deel van een volmiddeleeuws erf aangesneden, waarbij verschillende greppels, paalkuilen en (afval)kuilen geconcentreerd bijeen lagen, maar waar tot nu toe geen enkele structuur met zekerheid aangeduid kon worden. Een vermoedelijke hutkom of werkkuil kon achteraf opgemerkt worden, ondanks dat er geen directe aanwijzingen zijn van ambachtelijke activiteiten.

Nieuwste tijd

Tot slot kende het plangebied nog een specifiek gebruik gedurende Wereldoorlog I, met de inrichting van een loopgraaf, schuttersputten en schuilhutten en een driedelige prikkeldraadversperring. Vermoedelijk gaat het hierbij om een verdedigingslinie van losse schuttersputten die aangelegd werd door de Belgische soldaten in het begin van Wereldoorlog I om zo de openingen tussen de verschillende schansen en forten op te kunnen vangen. De aangetroffen prikkeldraadversperring, de loopgraaf met extractiegracht en de schuilhutten zijn onderdeel van de ‘Hollandstellung’, opgeworpen tijdens Wereldoorlog I door de Duitse bezetter.


Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Bewoning Late ijzertijd

Datering: late ijzertijd (westen)
Typologie: gebouwplattegronden, paalkuilen, waterkuilen
Materiaal: aardewerk, pollen
Gebeurtenis:

Mesolithische artefacten

Datering: mesolithicum
Materiaal: lithisch materiaal, vuursteen
Gebeurtenis:

Neolithische artefacten

Datering: finaalneolithicum, neolithicum
Materiaal: lithisch materiaal
Gebeurtenis:

Romeinse bewoning

Datering: Romeinse tijd
Typologie: cultuurlagen, gebouwplattegronden, paalkuilen
Materiaal: aardewerk, keramisch bouwmateriaal
Gebeurtenis:

Sporen Hollandstellung

Datering: nieuwste tijd, WO I
Typologie: loopgraven, schuilplaatsen
Materiaal: glas, metaal
Gebeurtenis:

Sporen volle middeleeuwen

Datering: volle middeleeuwen
Typologie: afvalkuilen, greppels, paalkuilen
Materiaal: aardewerk, metaal
Gebeurtenis:

Waterkuil vroege ijzertijd

Datering: vroege ijzertijd
Typologie: waterkuilen
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Mercator Postwerken [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/990435 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.