Verspreid over het terrein zijn er verschillende sporen aangetroffen die duiden op menselijke activiteiten en bewoning. In het grootste deel van de proefsleuven bestaan deze sporen uit greppels en verstoringen. In het zuidoostelijk deel van het plangebied zijn er wel relevante bewoningssporen aangetroffen. Het gaat om een boerderij die aan de hand van de vondsten tot minstens de 16de eeuw kan worden teruggebracht.
Hoogstwaarschijnlijk zal een deel van deze cluster aan sporen deel uitmaken van een voorloper van het gebouw dat zichtbaar is op de 18de- en 19de-eeuwse historische kaarten. Er kan dus worden aangenomen dat het gebouw waarschijnlijk meerdere fases heeft gekend, waarbij één van de fases minstens teruggaat tot in de 16de eeuw. Net ten noorden van deze bewoningssporen zijn nog enkele andere sporen aangetroffen die momenteel moeilijk te duiden zijn, maar duidelijk als spoor zijn omschreven. De aard en vulling maakt dat het met zekerheid relevante archeologische sporen zijn en géén recente vergravingen. Of ze bij de boerderij horen of aan eventuele oudere fases zijn te relateren moet onderzocht worden tijdens een vlakdekkende opgraving.