Bij vijf controle boringen werd geen verstoring vastgesteld. De C-horizont bevond zich aan de straatzijde op ca. 35cm diepte, direct onder de teelaarde. Bij de andere 4 boringen was er onder de huidige teelaardelaag nog een oudere teelaardelaag bewaard, de moederbodem bevond zich daaronder op dieptes tussen 50 en 72cm. Ondanks dat de bodemkaart een B-horizont aangaf ter hoogte van het plangebied werd deze in geen enkele boring aangetroffen

Tussen alle verstoringen zijn slechts twee sporen aangetroffen. De sporen zijn zichtbaar in de top van het laat-pleistocene dekzand, op een diepte van ca. 46 à 48 cm -mv of 3,62 – 3,95 m +TAW. Aanwijzingen voor bewoning of menselijke activiteiten voorafgaand aan de nieuwste tijd bestaan hoogstwaarschijnlijk slechts uit twee greppels die ook niet gedateerd zijn, maar die eerder jong aandoen (nieuwe-nieuwste tijd). De verstoringen kunnen gerelateerd worden aan de bebouwing die op het terrein stond maar gesloopt is na 1979.