Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden drie bodemtypes aangetroffen, die sterk verbonden zijn aan het gebruik van het gebied als akkerland en aan recente menselijke ingrepen. Het gaat om bodems met een weinig ontwikkelde Bt-horizont, afgetopte bodems (zogenaamde “A/C-profielen”) en sterk verstoorde bodems.
Tijdens het onderzoek werd een vrij lage densiteit aan archeologische sporen aangetroffen. Er werden sporen behorend tot een Romeinse nederzetting, acht crematiegraven en één grafcirkel aangetroffen.
Bron: DE SMAELE B. & PIETERS H. 2023: archeologienota naar aanleiding van de inrichting van bedrijventerrein Evolis II te Harelbeke, Gentbrugge.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Tijdens proefsleuvenonderzoek werd een segment van een circulair grondspoor aangetroffen. Dit spoor tekende zich in het vlak af als een lineair spoor met een breedte van circa 65 centimeter tot 1 meter, een vrij vage insteek in het Pleistoceen sediment en een volledig uitgeloogde opvulling. De vorm van de structuur en de uitgeloogde vulling deden vermoeden dat het om een kringgreppel ging: een grondspoor dat deel uitmaakt van een grafcirkel. De resten van het monument bestaan heden uitsluitend uit een kringgreppel die naar alle waarschijnlijkheid rond een centraal heuvellichaam lag. Resten van of een indicatie van een centraal graf zijn niet aangetroffen, mogelijk is dit reeds
in de Middeleeuwen verploegd en verloren gegaan. Het grafmonument bevindt zich ogenschijnlijk geïsoleerd in het landschap, op een uitstekende “piek” in de topografie van het landschap, uitkijkend over de vallei van de Pluimbeek. Deze uitgesproken ligging is heden nog altijd in het landschap zichtbaar, ondanks de sterke industrialisatie van het gebied. De grafcirkel kan voorlopig, gezien de relatief kleine diameter, in de Late Bronstijd gedateerd worden. Er is sprake van een grafcirkel met geassocieerde (Ijzertijd - Romeinse) crematiegraven
Beschrijving:
Tijdens proefsleuvenonderzoek werden acht crematiegraven aangetroffen; gedateerd in de Ijzertijd- Romeinse periode. Het uitgangspunt is dat er sprake is van een grafveld, bestaande uit minimaal acht crematiegraven, cultureel en mogelijk ook landschappelijk verbonden aan één (oudere ?) grafcirkel. De aanwezigheid van het grafmonument lijkt dan ook de aanleiding te zijn voor zes crematiegraven, die zich gepaard op de helling ten westen van het grafmonument bevinden. Op basis van de typologische kenmerken en het aardewerk in de bijmenging kunnen deze crematiegraven voorlopig in de Romeinse periode gedateerd worden. Ten zuidwesten van de Hoeve Christiaens is sprake van nog twee crematiegraven, die ogenschijnlijk geïsoleerd liggen (niet gepaard). Gezien de spreiding van de graven is het moeilijk om dit grafveld in de ruimte af te bakenen.
Beschrijving:
In totaal werden in twee zones grondsporen aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een nederzetting, het gaat om paalkuilen, kuilen en nederzettingsruis in de vorm van fragmenten aardewerk en natuursteen.
De cluster van nederzettingssporen in het uiterste westen van het onderzoeksgebied bestaat voornamelijk uit paalkuilen. Er is ook sprake van greppels (ongenummerd), die geen deel uitmaken van de landindeling op Popp en ook een andere, meer houtskoolrijke vulling vertonen. Mogelijk behoren deze tot een nederzettingsstructuur, die enkel middels een vlakdekkend onderzoek afdoende kan worden onderzocht.
De oostelijke nederzetting bestaat uit een cluster van grondsporen, paalkuilen, met daarrond een hoeveelheid nederzettingsruis