Er zijn 24 sporen of spoorcombinaties herkend, alsook 8 vondsnummers aan groepen artefacten.
Het opgetekende spoorcombinatiebestand valt uiteen 9 kuilen en 10 gracht- of greppelcontexten. De restgroep is samengesteld uit drie jong-antropogene contexten, één natuurlijke fenomeen en één waterput.
Zes kuilen zijn mogelijk te determineren als paalkuilen. Een andere kuil is 1,2 meter diameter en 0,9m diep.
Greppelcontexten komen voor in 2 haaks op elkaar geörienteerde oriëntaties.
Een waterdragende structuur kent verschillende fasen (heruitgraving). In de onderste vulling werden pollenstalen en bulkstalen voor natuurwetenschappelijk onderzoek genomen.
Zowel aardewerkfragmenten, bouwkeramisch materiaal en natuurstenen elementen (maalsteen) zijn gerecupereerd uit de waterputcontext. Alle materiaalcategorieën wijzen, op basis van hun beschrijving, op éénzelfde relatieve datering in de Romeinse periode voor de structuur.
Aardewerkfragmenten uit twee andere grondsporen, een greppelfragment en een kuil zijn in de vroege middeleeuwen te dateren.
Auteurs: Zeebroek, Inge; Van De Velde, Sander
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Er zijn 3 uitgravingsfasen te herkennen. Er is geen bekisting vastgesteld.