Algemeen

Naar aanleiding van een geplande nieuwbouw met bijhorende infrastructuur werd een vlakdekkende opgraving uitgevoerd. Hierbij werden 52 sporen aangesneden die vrijwel allemaal van antropogene oorsprong waren. De meeste sporen (paalkuilen, greppels en kuilen) zijn te interpreteren als bewonings- of nederzettingssporen die te linken zijn aan een volmiddeleeuws erf. De overige sporen zijn vermoedelijk vrij recent (Post-middeleeuwen of zelfs Nieuwste Tijd).

Volle middeleeuwen

Twintig paalkuilen vormen samen één gebouwplattegrond. Daarnaast werd ook een bijgebouw met vijfhoekig grondplan aangesneden (maximale lengte 5,9 m – maximale breedte 4,3 m). Mogelijk betreft het de restanten van een hooiberg. Het west-oost georiënteerde driebeukige hoofdgebouw is opgebouwd uit vier rijen van vijf zware nokstaanders of gebintedragers. De smalle zijbeuken bestaan telkens uit een dubbele rij paalsporen.. De lengte van het gebouw bedraagt 17 m x 11 m. In totaal werden 10 houtskoolstalen genomen voornamelijk uit enkele paalkuilen die tot de gebouwstructuur behoren. Evenwel zijn er geen analyses op uitgevoerd.

Nieuwe tijden

In de noordwestelijke zone van het onderzoeksgebied kwamen vier parallelle greppels voor. Deze zijn waarschijnlijk te interpreteren in het kader van bosbouw met zogenaamde rabatten.