Tijdens de werfbegeleiding en opgraving werden 53 spoornummers uitgedeeld, verdeeld over 3 opgravingsvlakken. Het geregistreerde sporenbestand bestaat uit metselwerk, kuilen, lagen, één uitbraakspoor en één vloertje.
In recente ophogingslagen werd een laat-Romeinse munt aangetroffen.
Wellicht uit de 10de-13de eeuw werd een muur in natuursteen aangetroffen. Deze muur stond niet in verband met de 16de-eeuwse courtine en had een afwijkende oriëntatie. Doordat dit spoor zich ruim onder de voorziene verstoringsdiepte bevond kon de volledige structuur niet worden blootgelegd. De muur had een NNO-ZZW oriëntatie, was ca. 70cm breed en was opgebouwd uit Doornikse kalksteen in onregelmatig verband en gevoegd met een lichtbruine harde zandige kalkmortel. Één rood baksteenfragment was ook in de opbouw van de muur verwerkt.
Op basis van vergelijkingsmateriaal uit Gent, wordt de muur tussen de 10de en 13de eeuw gedateerd. De muur wordt afgedekt door een 15de-16de eeuws pakket. Het gaat om muurresten behorend tot de Sint-Baafsabdij of het Sint-Baafsdorp.
Een aantal matig tot zeer puinige ophogingslagen of pakketten dateren uit de 14de- eerste helft 16de eeuw. Sommige ervan kunnen ook kuilen geweest zijn. Ze werden gedateerd op basis van het vondstmateriaal.
Tijdens het onderzoek konden de resten van de courtine van het 16de eeuws Spaans kasteel onderzocht en gedocumenteerd worden. Van deze immense, massieve structuur konden 14 meter muurwerk en twee steunberen worden vrijgelegd. De muur liep parallel met de Voorhoutkaai en is opgebouwd uit gerecupereerd materiaal van het Sint-Baafsdorp en de Sint-Baafsabdij. Het metselwerk bevat hoofdzakelijk Doornikse kalksteen, met sporadisch Ledezandsteen en rode baksteen. Bij het peilen naar de diepte van muur kon deze tot ca. 7m-mv. worden gevolgd. De steunberen waren dan weer 1,6 m lang en 4,2 m breed. In de zuidelijke steunbeer was een flankeerzuil ingewerkt van een deuropening of kloostergang, gerecupeerd uit het afgebroken abdijcomplex.
Een muntvondst betrof een “Korte” geslagen onder Karel V (1506-1521) en is algemeen te dateren tussen 1543 en 1556. Deze werd in de 18de-19de eeuwse ophogingspakketten gevonden.
Uit de 18de-19de eeuw dateren ophogingspakketten en -lagen en daarin uitgegraven kuilen. Ze konden worden gedateerd aan de hand van aardewerk en een muntvondst.
Twee afzonderlijke 20ste -eeuwse structuren werden herkend, waaronder één kelder met tegelvloertje. Het muurwerk van deze recentere structuren was ter hoogte van de Voorhoutkaai tot tegen en soms tot op het natuurstenen muurwerk van het voormalige Spaans kasteel aangebouwd.
Auteurs: Zeebroek, Inge; De Mulder, Jelle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
In deze lagen werden oudere vondsten aangetroffen, zoals de laatromeinse munt en een 16de eeuwse munt.
Beschrijving:
In één van de 2 steunberen werd een flankeerzuiltje ingemetst.
Een muntvondst, een “Korte” geslagen onder Karel V (1506-1521) en is algemeen te dateren tussen 1543 en 1556 en werd in de recente ophogingslagen aangetroffen.
Beschrijving:
De munt weegt 0,61g, is 11,7mm groot en 1,1mm dik en was sterk verweerd en onvolledig. Een eventueel opschrift kon door de verwering niet worden afgelezen.