Opgraving naar aanleiding van het nieuwbouwproject ‘Het Dorp’ aan de Kapelstraat – Molenstraat. In totaal werden er 7 werkputten aangelegd. Tijdens het vlakdekkend onderzoek werden 187 spoornummers uitgedeeld. De aangetroffen sporen kunnen worden toegewezen aan meerdere periodes. De oudste vondsten die werden aangetroffen vallen te dateren in de vroege middeleeuwen. Het gaat om een 7de-eeuwse waterput. Verder werden ook uit de volle middeleeuwen sporen aangetroffen: enkele paalkuilen waarin geen structureel verband te herkennen was. Sporen uit de late middeleeuwen betreffen een erfgracht en kuilen. Van diverse sporen, voornamelijk kuilen, valt de datering te plaatsen vanaf de nieuwe tijd. De sporen vanaf de 18de eeuw zijn vooral vertegenwoordigd in muur- en vloerstructuren van oude kelders. Tevens werden er verschillende kuilen aangetroffen die allicht te dateren vallen in de 18de– 19de eeuw.
Een boomstamwaterput bleek op basis van dendrochronologisch onderzoek van de bekisting te dateren in de 2de helft van de 7de eeuw n. Chr. Het betreft een boomstamwaterput met een aanzetdiepte van 3 m onder het archeologisch vlak. In de gelaagdheid is een relatief simpele opbouw te herkennen met insteek, bekisting en kern met onderaan bezinksel.- Van de vulling van de waterput werden monsters geanalyseerd op pollen en botanische macroresten. Op basis van dit onderzoek kan worden aangenomen dat rond de site aanzienlijke graslanden en heidevelden hebben gelegen. Er zijn betrekkelijk veel pollentypen aanwezig die wijzen op graslandbeheer, zoals het veldzuring-type, scherpe boterbloemtype en smalle weegbree-type.Ook zijn er veel sporen van mestschimmels aanwezig, die wijzen op het houden van vee nabij de waterput. Er zijn eveneens diverse cultuurgewassen aangetroffen. Uit het onderzoek blijkt dat men o.a. rogge en vlas heeft verbouwd. Behalve akkergewassen zijn er ook tuinbouw- en boomgaardgewassen aangetroffen. Men bezat kennelijk tuinen met kruiden (ten minste koriander, bonenkruid), peulvruchten (erwten) en groenten (rapen), alsook enkele fruitbomen (pruimenbomen, appelbomen en hazelaars).
In het oosten van het plangebied werden enkele paalkuilen ontdekt onder de kelders en de bakstenen vloeren, dewelke mogelijks een volmiddeleeuwse oorsprong hebben. Door de aanwezige verstoringen kon hierin geen structuur herkend worden. De datering van de sporen is gebaseerd op enkele fragmenten aardewerk.
Er kwamen eveneens enkele sporen aan het licht met een datering in de late middeleeuwen: een erfgreppel en diverse kuilen. De dateringen zijn gebaseerd op vondstmateriaal (aardewerk), vulling van de sporen en spoorrelaties. Ongeveer centraal in het onderzoeksgebied, situeerde zich een zuidoost – noordwest gerichte gracht (parallel lopend met het tracé van de Molenstraat) met een maximale breedte van ca. 4,3 m. In de vulling van de gracht waren enkele scherven Elmpterwaar en grijs aardewerk aanwezig die te plaatsen zijn in de 13de - vroege 14de eeuw. De gracht vormt allicht een erfgreppel die een erf ten westen ervan afbakende. Eén van de laatmiddeleeuwse kuil had een houtskoolrijke laag.
Er kwamen diverse kuilen aan het licht die op basis van het vondstmateriaal in de 16de eeuw gesitueerd worden. Het gaat vnl. om afvalkuilen. Eén kuil bevatte zeer veel aardewerk. In totaal leverde het spoor 35,4 kg aardewerk op, voornamelijk rood geglazuurde baksels en steengoed. Onder de vormtypes zijn o.a. kannen, kruiken, borden, potten, pannen, en zalfpotjes terug te vinden. Het ensemble is toe te wijzen aan de vroege 16de eeuw.
Er werden muren en vloeren van oude kelders aangetroffen waarvan een 18de–19de-eeuwse datering verwacht werd, o.a. op basis van het historisch kaartmateriaal. worden. Gedurende deze periode werden de kelders allicht verbouwd en mogelijk nog tot in de 20ste eeuw gebruikt. Er werden ook kuilen aangetroffen die jonger vondstmateriaal opleverden. Er kwamen ook twee beerputten aan het licht in de tuinzones van de 18de–19de-eeuwse historische bebouwing. In de vulling werd industrieel wit aardewerk, vensterglas en kippenbotjes aangetroffen. In de kuilen werd o.a. een 18de-eeuwse munt en nog dierlijk botmateriaal gevonden.
Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)