Er is sprake van een matig bewaarde bodemopbouw, A-C profiel. Het archeologisch niveau bevond zich op een diepte tussen 25 en 52 cm onder het maaiveld of op een hoogte tussen 5,28 en 5,91 m TAW.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 33 sporen geregistreerd, waarvan 5 paalsporen, 10 verstoringen en 18 natuurlijke sporen. De paalsporen maakten deel uit van een afsluiting of omheining. Het gaat steeds om scherp afgelijnde vierkante sporen met een donkergrijze, vrij losse vulling. De sporen worden gedateerd in de nieuwe tot de nieuwste tijd.