Er werden tijdens het proefsleuvenonderzoek in totaal 4 sporen aangetroffen en 2 vondstnummers uitgeschreven. Het betrof aardewerkvondsten, één fragment lithisch materiaal en bouwkeramiek.
Centraal werden er 2 kuilen aangetroffen. De kuilen worden op basis van vondstmateriaal ten vroegste in de late middeleeuwen, maar eerder
in de post-middeleeuwen gedateerd. De aard van de sporen is onduidelijk. Het gaat alleszins niet om duidelijke bewoningssporen. Op historische kaarten zijn ook geen aanwijzingen te vinden die enige informatie kunnen verschaffen over de sporen.
Zuidoostelijk werden er 2 greppels aangetroffen. Deze greppels zijn niet in verband te brengen met de grenzen van de huidige kadastrale percelen of perceelsgrenzen zoals zichtbaar op 18de en 19de eeuw historisch kaartmateriaal, noch met historische wegtracés. Ze komen wel overeen met een verschillend landgebruik aan weerszijden van de greppels in de tweede helft van de 20ste eeuw. Mogelijk is er sprake van afwateringsgreppels of rijsporen. Er werden geen vondsten aangetroffen in de greppels.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)