Tijdens het proefputtenonderzoek werd een pakket van archeologisch relevante lagen, sporen en vondstmateriaal aangetroffen met een dikte tussen ca. 1m en 1,11 m. Een postmiddeleeuwse ophogings- of nivelleringslaag die aanwezig is over het volledige terrein heeft de onderliggende oudere lagen, het muurwerk en andere grondsporen afgedekt. Verder werden enkele (ophogings-)lagen uit de late middeleeuwen aangetroffen, die mogelijk in verband te brengen zijn met het bouwrijp maken van het terrein of andere plaatselijke activiteiten. Opmerkelijk is het voorkomen van een zeer homogene, mogelijke middeleeuwse (akker)laag, die enkel voorkwam in de proefput aan de straatzijde van het perceel. Deze middeleeuwse laag dekte de (gebioturbeerde) moederbodem af, waarin zich enkele sporen aftekenden die een relatieve datering van middeleeuws of ouder krijgen.
Het terrein wordt om stabiliteitsredenen bij de toekomstige werken opgehoogd en niet verder afgegraven. Hierdoor is in situ bewaring mogelijk.
Er werden 25 archeologisch relevante sporen geregistreerd. Twee uitbraaksporen en het muurwerk van een vermoedelijke kelder kunnen aan de gekende en/of oudere bebouwing gelinkt worden. Eén van de sporen in de moederbodem is een duidelijke, vierkante paalkuil, en kan mogelijk aan een oudere bewoningsfase of andere activiteit gelinkt worden. Een ander opmerkelijk spoor dat zich aftekende in de moederbodem was een kuil, waarvan de functie niet kon achterhaald worden, maar die wel Romeins aardewerk bevatte.
Het aangetroffen vondstmateriaal dateert vanaf de Romeinse periode tot en met de postmiddeleeuwen. Het meeste aardewerk komt uit de late middeleeuwen.
Auteurs: Depaepe, Ine; Merchie, Sylvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Een opmerkelijke vondst is een Karolingische gelijkarmige fibula uit een koperlegering, met een algemene datering tussen de late 7e en de 10e eeuw.
Beschrijving:
Verder werden enkele (ophogings-)lagen uit de late middeleeuwen aangetroffen, die mogelijk in verband te brengen zijn met het bouwrijp maken van het terrein of andere plaatselijke activiteiten. De lagen zijn gedateerd op basis van het aanwezige aardewerk.
Beschrijving:
Over het gehele terrein bestond het maaiveld uit een homogene, donkergrijsbruine zandige laag met veel brokken rode baksteen en mortel (S1). Deze laag wordt op basis van het aangetroffen aardewerk in de postmiddeleeuwen gedateerd. Het gaat waarschijnlijk om een ophogingslaag in functie van het bouwrijp maken van het perceel.
Beschrijving:
Eén van de sporen in de moederbodem is een duidelijke, vierkante paalkuil, en kan mogelijk aan een oudere bewoningsfase of andere activiteit gelinkt worden. Een ander opmerkelijk spoor dat zich aftekende in de moederbodem was een kuil, waarvan de functie niet kon achterhaald worden, maar die wel Romeins aardewerk bevatte.
Beschrijving:
De mogelijke akkerlaag bestaat uit een zeer homogene, matig humeuze, grijsbruine laag met een zandige textuur met als inclusies veel houtskoolspikkels. Uit deze laag werden enkele fragmenten bouwkeramiek en natuursteen (o.a. een mogelijke wetsteen) en grijsgedraaid aardewerk ingezameld, waardoor de laag in de volle-late middeleeuwen kan gedateerd worden. Twee uitbraaksporen en het muurwerk van een vermoedelijke kelder zijn in deze laag aangetroffen, en kunnen aan de gekende en/of oudere bebouwing gelinkt worden.