is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15375
Deze aanduiding is geldig sinds
omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15376
Deze aanduiding is geldig sinds
Het totale sporenaantal voor het vlakdekkend archeologisch onderzoek komt op 16 sporen. Het merendeel hiervan heeft als type spoor de determinatie kuil gekregen. Natuurlijke sporen konden op basis van hun D- of onregelmatige vorm en vulling in enkele gevallen als boomvallen geïnterpreteerd worden. In totaal werden 14 vondstnummers toegekend aan vondsten die gevonden zijn in verband met sporen, daarnaast werden ook 9 losse vondstnummers gekoppeld aan vondsten die los in het vlak gevonden werden of in het de stortzone van de afgegraven
teelaarde. Het betreft voornamelijk scherven van aardewerk naast enkele stukken bouwkeramiek uit de romeinse periode, 1 bewerkte vuursteen en metaal. Aangezien het hier, buiten het aardewerk, voornamelijk over losse vondsten ging konden deze niet gebruikt worden voor een relevante datering.
Verspreid over het onderzoeksgebied werden in totaal 10 kuilen aangetroffen. Er werden geen grote concentraties vastgesteld, nog konden er structuren aan de kuilen toegewezen worden. De meeste kuilen die werden aangetroffen vertoonden een eerder ronde tot ovale vorm. Ze hadden een lichte tot middengrijze vulling van lemig zand met weinig houtskoolspikkels. Sommige kuilen bevatte modern aardewerk en natuursteen, maar werden niet verder gedateerd in het onderzoek.
Er werd een beperkt aantal greppels in het onderzoeksgebied vastgesteld. De greppels vertonen diverse oriëntaties, maar geen oversnijdingen. 2 van de sporen lijken op elkaar aan te sluiten. Uit 1 greppel kwamen 2 vondsten, een fragment van een Romeinse dakpan en twee metaalslakken. In eerder onderzoek werd gedacht dat de aangetroffen greppels aansloten op greppels in een zuidelijk perceel, maar deze zuidelijke greppels bleken recenter. De functie van deze greppels lijkt afwatering te zijn. De vulling vertoonde baksteen- en op sommige plaatsen steenkoolspikkels. Het couperen en uithalen leverde echter geen vondsten op die deze sporen kunnen dateren.
Enkele van de kuilen bevatte meerdere vondsten, voornamelijk handgevormd aardewerk, en worden zo breed in de metaaltijden gedateerd. 2 kuilen lijken een artisanale functie te hebben gehad door de aanwezigheid van een aslaag en houtskoolbanden. Stalen werden ingezameld, maar niet verder onderzocht. 1 kuil, een mogelijke paalkuil, werd door zijn vulling ouder geschat dan de rest van de sporen. Toch blijft de functie en datering van de kuilen, in de meeste gevallen onbepaald door het ontbreken van dateerbare vondsten.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)