Bij het graven van een put voor de aanleg van een elektrische laadpaal in de berm van de Gebroeders Desmetstraat stootte de aannemer op menselijk botmateriaal. Hij staakte meteen de werken en verwittigde de politie. Deze nam contact op met het parket en DVI, die oordeelden dat het om een oudere vondst ging. De politie meldde daarop een archeologische toevalsvondst. Nog dezelfde dag van de melding, voerde het agentschap Onroerend Erfgoed een terreinevaluatie uit.
De aangelegde put was een kleine bodemontsluiting van ca. 1 m op 1 m, en een diepte van 1 m. Op de bodem van de put en in de zijwanden was op verschillende plaatsen menselijk bot aanwezig. Er bevonden zich ook enkele oude nutsleidingen die niet meer in gebruik waren.
Het menselijk botmateriaal vertoonde geen enkel anatomisch verband: het bot lag willekeurig door elkaar zonder enige oriƫntatie en was gefragmenteerd. In totaal werden een 50-tal botfragmenten verzameld die waarschijnlijk aan meerdere individuen toebehoren; zo bleken er verschillende grote schedelfragmenten aanwezig in tegenoverliggende putwanden.
Er waren geen sporen te zien van kistaflijning of restanten van hout. Wel werden meerdere fragmenten van ijzeren nagels gevonden die waarschijnlijk van de kisten afkomstig zijn.
Uit historische bronnen blijkt dat hier in 1784 een grote begraafplaats werd ingericht, nadat de parochiekerkhoven rond de kerken waren opgegeven. Deze begraafplaats lag op dat moment extra muros, net buiten de Brugse Poort. Door de grote bevolkingsgroei in de 19de eeuw rukten de buitenwijken van Gent echter verder op, en in 1872 werd deze begraafplaats opgegeven. In de decennia nadien verdwenen de sporen van de begraafplaats geleidelijk aan uit het stadsbeeld. De laatste restanten zoals de toegangspoort en het dodenhuisje werden in de jaren '60 gesloopt om plaats te maken voor sociale huisvesting.
De toevalsvondst situeert zich centraal in de erg grote begraafplaats, het aanwezige botmateriaal is een relict van die oude begraafplaats.
Auteurs: De Decker, Sam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)