waarneming

Letterhoutemdorp

archeologisch element
ID
991020
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991020

Beschrijving

Algemeen

Tijdens de opgraving werden in totaal 206 sporen geregistreerd, de 8 geregistreerde sporen uit de twee proefputten worden geïncorporeerd bij het maken van contexten. De in totaal 214 individuele sporen konden na interpretatie ondergebracht worden in 125 contexten: 87 kuilen, 12 lagen, 5 paalsporen, 4 insteken, 3 muren, 3 uitbraaksporen, 3 dierbegravingen, 3 greppels, 2 grachten, 2 wegopgave en 1 riool. Er konden geen archeologische structuren worden gevormd. Tijdens de opgraving werden in totaal 616 aardewerkscherven, 39 metaalvondsten, 5 glasfragmenten, enkele natuursteenfragmenten en 10 fragmenten bouwmateriaal ingezameld.

Volle middeleeuwen

Twee paalsporen en een gracht kunnen op basis van een C14-datering geplaatst worden binnen de volle middeleeuwen. Op basis van het aanwezige aardewerk kan een greppel tevens in deze periode gesitueerd worden. Ook de overige ongedateerde paalsporen, greppel en gracht worden eveneens in de volle middeleeuwen ondergebracht. De paalsporen verschillen onderling van vorm en vulling waardoor er geen context gedetermineerd kon worden. Een radiokoolstofanalyse op een niet-geanalyseerd houtskoolstaal uit een paalkern geeft een datering tussen 1020 - 1160 calAD. Een ander paalspoor werd doorsneden door een greppel. Op een niet-geanalyseerd houtskoolstaal uit de insteek werd een C14-datering uitgevoerd, deze dateert het paalspoor tussen 1170 - 1270 calAD (95,4%) en 1215 - 1265 calAD (68,2%). De greppel werd op basis 4 scherven aardewerk voorzichtig gedateerd tussen 1050 en 1200. De tweede greppel kende hetzelfde aardewerk, maar lijkt een oudere vulling te hebben. In de grachten werd er geen aardewerk teruggevonden. Een C14-datering op een niet-geanalyseerd houtskoolstaal uit 1 van deze grachten dateert de opvulling tussen 1020 en 1160 calAD (95,4%). De andere gracht werd niet gedateerd, maar zijn oude opvulling doet ook eerder een volmiddeleeuwse oorsprong vermoeden. De functie van de greppels en grachten is niet duidelijk, mogelijk waren ze bedoeld voor drainage/afwatering van het terrein en/of als afbakening. De aanwezigheid van paalsporen wijst vermoedelijk op een volmiddeleeuwse woonzone dat aldus mogelijk afgebakend werd door een enclosgracht.

Late middeleeuwen

Ten zuiden van de vol-middeleeuwse greppel liep een lichtjes anders georiënteerde greppel. De greppel werd manueel uitgehaald waarbij in totaal 68 wandscherven konden verzameld worden, die een brede datering geven tussen 1200 en 1400. De functie en aard van de greppel is onduidelijk, mogelijk maakte ze deel uit van de drainage/afwatering van het terrein of diende ze als (erf)afbakening. Van dezelfde datering zijn er ook verschillende kuilen aangetroffen. Door het weinige vondstmateriaal en de beperkt bewaarde diepte is bijgevolg de functie en aard van de kuilen moeilijk te achterhalen. De kuilen vertonen een kleine variatie in vulling, vorm in grondplan en in doorsnede. . Ze hadden een heterogene donkergrijze leemvulling met lenzen of vlekjes van verspitte moederbodem, mogelijk te wijten door een snelle demping na het uitspitten van de leem. . In verschillende hoeveelheid kwamen ook spikkels en brokjes houtskool, verbrande leem, baksteen en kalkmortel voor. In sommige kuilen bevonden zich in de opvulling ook enkele brokken kalkzandsteen en/of brokjes leisteen. Op basis van het aangetroffen aardewerk in 2 kuilen, in totaal 34 scherven, werden deze gedateerd tussen 1125 en 1325. 2 andere kuilen werden aan de hand van scherven gedateerd in de 14de eeuw. de 4de kuil werd dan weer, aan de hand van een randfragment van een teil, gedateerd tussen 1200 en 1400.

Late middeleeuwen- begin nieuwe tijd

Er werd een lang grijs tracé geïnterpreteerd als een holle weg. Op de bodem kon bovendien een schijnbaar laagje met kleine keitjes en natuursteenbrokjes worden vastgesteld. Opvallend hierbij is dat het tracé dichter naar de kerk toe lag, maar toch grotendeels de huidige Kerkstraat volgt. Mogelijk kan de opvulling van de holle weg gedateerd worden tussen 1350 en 1550, dit is echter op basis van slechts één steengoedscherf. Meerdere kuilen kunnen op basis van het vondstmateriaal gedateerd worden tussen 1450 en 1600. Dit wijst mogelijk op een verhoogd gebruik van het terrein aan de parochiekerk voor vermoedelijk leemontginning. de vullingen van deze kuilen is gelijkend op deze van de late middeleeuwen. Onder het vondstenmateriaal verstaan we: 199 aardewerkenscherven, 7 scherven steengoed, 1 kubussteen en 2 scherven intrusief faience. Onder deze vondsten zijn meerdere onderdelen van lavabo's opvallend. In 1 van de kuilen werd een krengbegraving vastgesteld.

In een uitbraakspoor werden bakstenen, daterend uit de 14de-16de eeuw, aangetroffen. Deze wordt mogelijks gelinkt aan een vroegere bewoningslaag. Het dateren op basis van baksteenformaten blijft echter dubieus door hergebruik en streekgebonden tradities. Mogelijk is het aardewerk residueel, maar de oude datering kan tevens niet uitgesloten worden.

Nieuwe tijd

Het aantal kuilen te dateren vanaf de 16de eeuw neemt af. Naast nog een mogelijk wegniveau en twee krengbegravingen zien we daarentegen wel vanaf de nieuwe tijd aanwijzingen voor bewoning op het terrein. De vulling van de kuilen is gelijkend op de vorige en werden aan de hand van aardewerk gedateerd in de 1450-1800. Er werden 28 aardewerkenscherven, 12 scherven steengoed en een benen mesheft aangetroffen. Hiernaast werd een langwerpig spoor aangetroffen. Het weinige aardewerk, zeven fragmenten in totaal, geven een datering tussen 1500 en 1900. Omwille van de gecompacteerde bodem met baksteenbrokjes wordt gedacht in de richting van een wegrestant, maar het kan ook de vlakke bodem van een extractiekuil zijn. Er werden 2 post-middeleeuwse krengbegravingen aangetroffen. 1 van deze begravingen werd aan de hand van het aardewerk gedateerd tussen 1500 en 1800. De andere begraving was een aanzienlijk groter dier. Op basis van één scherfje faience kan ze gedateerd worden in de 17de eeuw of recenter.

Nieuwste tijd

Tijdens de opgraving werd er een ophogingspakket aangetroffen. Hij bestond uit een heterogene donkergrijze leem met brokjes en brokken van houtskool, baksteen, kalkmortel, leisteen, ijzerzandsteen en kalkzandsteen. Binnen deze ophoging bevonden zich eveneens concentraties van bouwpuin. Het aardewerk uit dit ophogingspakket, in totaal 62 scherven, wordt gedateerd in de tweede helft van de 18de tot de 19de eeuw. Er werden ook muurresten aangetroffen die mogelijk restanten zijn van de eerste bebouwing of van een restauratie van de kerk. Er werd ook een kuil aangetroffen die gelinkt zou kunnen zijn aan de opruiming van de kerk. Hiernaast werd een afgebroken 19de-eeuwse boerenhuis aangesneden. De grootte van de bakstenen en het gebruik van natuurstenen doen eigenlijk een oudere oorsprong van de woning vermoeden. Het baksteenformaat is gangbaar vanaf de late 16de eeuw tot en met de 18de eeuw. Bij het woonhuis hoorde tevens een waterput. Er werden ook beerputten aangetroffen, kenmerkend door de kleinere bakstenen. In deze sporen werd 1 fragment aardewerk aangetroffen. Er werden nog bakstenen constructies die mogelijk restanten zijn van 2 gebouwen ten zuiden van het boerenhuis.

Tijdens het onderzoek werden er 13 witloofkuiltjes aangetroffen. Ze waren ondiep uitgegraven en hadden allen een donkergrijze leemvulling met spikkels en brokjes houtskool, baksteen, kalkmortel en verbrande leem. Opvallend waren de inclusies van steenkoolbrokjes en de in situ leemverbranding aan één of meerdere zijden. Deze sporen vormen de restanten van kuilen voor witloofkacheltjes. Aardewerkenscherven dateren 2 kuilen rond het einde van de 19de eeuw of het begin van de 20ste eeuw.


Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Late middeleeuwen

Datering: 12de eeuw, late middeleeuwen
Typologie: greppels, kuilen
Materiaal: grijs aardewerk, houtskool, kalkzandsteen, keramisch bouwmateriaal, leem, metaal, rood aardewerk, steengoed
Gebeurtenis:

Late middeleeuwen-nieuwe tijd

Datering: 15de eeuw, 16de eeuw, tweede helft 14de eeuw
Typologie: holle wegen, krengbegravingen, kuilen, muurresten
Materiaal: bot (dierlijk), grijs aardewerk, houtskool, keramisch bouwmateriaal, klei, leem, metaal, mortel, natuursteen, rood aardewerk, steen en mineraal, steengoed
Gebeurtenis:

Nieuwe tijd

Datering: 19de eeuw, nieuwe tijd, tweede helft 15de eeuw
Typologie: krengbegravingen, kuilen, wegen
Materiaal: bot (dierlijk), faience, grijs aardewerk, houtskool, ijzer, kalkzandsteen, keramisch bouwmateriaal, leem, mortel, pijpaarde, rood aardewerk, steengoed
Gebeurtenis:

Nieuwste tijd

Datering: nieuwste tijd
Typologie: beerputten, gebouwplattegronden, kuilen, muurresten, ophogingslagen
Materiaal: aardewerk, faience, houtskool, ijzerzandsteen, kalkzandsteen, keramisch bouwmateriaal, leem, leisteen, mortel, porselein, steengoed
Gebeurtenis:

Volle middeleeuwen

Datering: volle middeleeuwen
Typologie: grachten (infrastructuur), ontwateringsgrachten, paalsporen
Materiaal: houtskool, Rijnlands roodbeschilderd aardewerk
Gebeurtenis:

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Letterhoutemdorp [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991020 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.