De vondst betreft een goed bewaarde langwerpige kelder met een tongewelf, gemiddeld 15m lang en 12,7m breed. Het tongewelf heeft een hoogte van 1,96 tot 2m. De constructie bevindt zich centraal op een bastion dat gebouwd is op een smalle tussenwal en tot vandaag zowel ten het noorden (Begijnenvest) als ten zuiden wordt omgeven door water. Vermoedelijk gaat het om een kazemat - geen kazemat voor artillerie, maar een beschutte schuilplaats voor soldaten of een opslagplaats voor goederen. Het bestaan van dergelijke kazematten op de Brugse vesten is evenwel niet gekend.
De tussenwal en de bastions werden gebouwd in het midden van de 17de eeuw, maar er moet nog geverifieerd worden of deze datering ook geldt voor de kelder/kazemat.
Auteurs: De Decker, Sam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
De kelder is N/NW-Z/ZO georiënteerd. De kopse zijden staan niet volledig haaks op de lengterichting: de noordelijke kopse kant vertoont een hoek van bijna 45°, de zuidelijke kopse kant heeft een hoek van zo'n 15°.
De toegang tot de kelder is via een deurgat, dat zich mooi in het midden van de oostelijke wand bevindt. De constructie is volledig begraven onder de aarden wal van een bastion, waardoor enkel de bovenzijde van de ingang te zien was. Aanzet van een gewelf en flankeermuren geven aan dat de deur te bereiken was via een gang die minstens gedeeltelijk overwelfd was.
In het plafond bevinden zich twee vierkante mangaten. Eén mangat meet 50 op 50, het andere 60 op 70. Daarnaast bevinden zich zowel aan het noordelijke als aan het zuidelijke uiteinde twee keramische buizen in het plafond (diameter 20cm). Het is niet duidelijk wat de functie van deze buizen was: aan- of afvoer van water, ventilatie of schoorsteen?
De wanden van de kelder zijn wit gecementeerd.
De vloer bestaat in de noordelijke uit bakstenen die op de zijkant liggen. Het zijn bakstenen van 5cm breed en een variërende lente (gemiddeld 10 tot 12cm). Aan de zijkant worden ze afgeboord door een rij bakstenen in de lengterichting, baksteenformaat 20 x 5 x 8 (bij benadering). De rij bakstenen in de lengterichting ligt niet volledig tegen de muur (ca. 10cm verwijderd). De bakstenen vloer is op sommige plaatsen afgedekt met een cementering, maar die zit los.
In de zuidelijke helft van de constructie lijkt de vloer uit een cementering te bestaan. Het is niet duidelijk of ook hier een bakstenen vloer onder zit.
In de westelijke zijwand bevindt zich een lage nis, tegen de vloer aan. De nis is afgedekt met een vlakke segmentboog, die mee gecementeerd is. In de nis is een slordig gat gemaakt, dat aan de buitenzijde dichtgemaakt is met een tegel. Halverwege de westelijke zijwand is ook de aanzet van een dwarsmuurtje te zien (30cm breed, 1m hoog), opgebouwd uit stenen van 15cm breed. Op het gewelf zijn geen sporen te zien van een compartimentering.
De muren van het gewelf zijn 48cm dik, de muren lijken een dikte te hebben van 36cm.
Opvallend is dat er her en der grote steenformaten te zien zijn (28cm), en fragmenten Doornikse kalksteen, die wijzen op gebruik van recuperatiemateriaal.
Centraal aan de noordelijke kopse wand heeft een haard of kachel gestaan, maar het is niet duidelijk in welke fase. Er zijn duidelijk roetsporen te zien op de muur (dit lijkt onder de cementering te zitten, maar dat is niet zeker), ind e vloer zitten twee grote metalen staven. Werd één van de buizen in het plafond gebruikt als schoorsteen?
Tot slot te vermelden dat de kelder vol afval ligt en duidelijk tot voor kort toegankelijk was.
Is deel van
Brugse geplantsoeneerde stadsomwalling
Is deel van
Historische stadskern van Brugge
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Begijnenvest [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991326 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.