De sporen zijn onder te verdelen in twee paalkuilen (S1 en S2) in proefsleuf 1 en één noord-zuid georiënteerde greppel (S3). Overige grondsporen binnen de contouren van het plangebied fase 1B bestaan uitsluitend uit natuurlijke grondsporen afkomstig van wortelwerking in de bodem en recente verstoringen. De paalkuilen zijn mogelijk te dateren in de metaaltijden, de perseelsgreppel is post-middeleeuws.