waarneming

Bellekouter

archeologisch element
ID
991351
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991351

Beschrijving

Algemeen

Vlakdekkende opgraving naar aanleiding van de ontwikkeling van het sportpark 'Bellekouter'. Er werden vondsten en sporen aangetroffen uit verschillende periodes, o.a. grafcirkels uit het neolithicum en crematiegraven uit andere periodes.

Neolithicum

Twee grafcirkels kunnen worden toegeschreven aan het neolithicum. De kleinste van de twee was 15,8 m. in diameter en had een greppel met een breedte die varieerde tussen ca. 1,6 en 2,3 m. Uit de gracht werd een hazelnoot verzameld die gebruikt om een 14C-datering uit te voeren met na calibratie volgend resultaat: 3349 v. Chr. – 3017 v. Chr., wat neerkomt op een datering in het laatneolithicum. Nog uit de grafcirkel konden 6 scherven handgevormd aardewerk één fragment vuursteen gerecupereerd worden. De tweede grafcirkel kon tijdens de opgraving niet volledig worden vrijgelegd. De gracht, die een nagenoeg perfecte cirkel vormt, werd voor ca. 60 % onderzocht tijdens de opgraving. De diameter van de cirkel die gevormd wordt door de gracht, bedraagt 59,8 tot 60 m, gemeten vanaf het midden van de gracht. De breedte van de gracht schommelt tussen 250 cm en 390 cm. In de zuidelijke helft bedraagt de diepte van de gracht 74 tot 110 cm. Naarmate de coupes verder naar het noorden gezet werden, werd diepte van de grachtvulling stelselmatig dieper, om in de laatste coupe 216 cm te bedragen. Ook uit deze cirkel werden enkele scherven handgevormd aardewerk en enkele vuurstenen artefacten gerecupereerd. Een 14C-datering op een hazelnoot plaatst het spoor in het finaalneolithicum, meer bepaald na callibratie tussen 2893 v. Chr. en 2635 v. Chr.

Bronstijd

Verspreid over het projectgebied werden verschillende kuilen aangetroffen. De kuilen die gedateerd konden worden door middel van natuurwetenschappelijk onderzoek dateren allen in de bronstijd, gaande van de vroege bronstijd tot de late bronstijd.

IJzertijd

Eén van de graven had een komvormige uitgegraven diepte van ca. 15 cm en betrof een crematiegraf. De crematieresten behoren toe aan een vrouw tussen 30 en 60 jaar oud. De vrouw had artrose in de halswervels. Enkele groene verkleuringen wijzen op de bijgave van een koperen of bronzen voorwerp in het graf. Een 14C-datering uitgevoerd op houtskool van een wilg/populier plaatst het spoor in de vroege ijzertijd, meer bepaald 775 v. Chr. – 486 v. Chr.

Naast dit graf is ook een ander spoor gedateerd in de vroege ijzertijd, namelijk waterkuil, te situeren in het zuidelijke deel van het opgravingsgebied. De kuil had een bewaarde diepte van ca. 82 cm. Op houtskool van wilg/populier werd een 14C-datering uitgevoerd die het spoor in de vroege ijzertijd plaatst, meer bepaald 751 v. Chr. – 406 v. Chr. Bij het vondstmateriaal gaat het om handgevormd aardewerk en een weefgewicht.

Romeinse periode

Een ander spoor dat als crematiegraf wordt geïnterpreteerd betrof een rechthoekig spoor met een vlakke uitgraven van ca. 7 cm diep. De vulling was zeer donker grijs tot zwart. Er konden 52 scherven handgevormd aardewerk uit worden gerecupereerd. Een 14C-datering uitgevoerd op haver plaatst het spoor in de midden-Romeinse periode, meer bepaald 76 na Chr. – 231 na Chr.

Verspreid over het terrein werden 14 structuren (spiekers) aangetroffen, waarvan twee werden gedateerd door middel van 14C datering, beiden in de late ijzertijd/ Romeinse periode. Ook een waterkuil werd door middel van 14C datering gedateerd in de late ijzertijd/ Romeinse periode. Mogelijk horen ook enkele greppels thuis in deze periode.

Merovingische periode

Een ander crematiegraf had een ovale vorm en komvormige uitgraving die ca. 10 cm bewaard is gebleven. Een 14C-datering plaatst het graf in de vroege middeleeuwen (Merovingische periode), meer bepaald 413 na Chr. – 542 na Chr. Uit dit graf kon wat verbrand bot worden gerecupereerd alsook een fibula en aardewerk (zowel handgevormd als gedraaid).

Ongekende datering

Een ander graf was een rechthoekige kuil met bewaarde diepte van 16 cm met 12 scherven handgevormd aardewerk. Een laatste graf betrof een eerder onregelmatige uitgraving en bewaarde diepte van 7 cm. Een 14C-datering plaatst het spoor in de late middeleeuwen, meer bepaald 1321 na Chr. – 1436 na Chr., maar deze datering is ongetwijfeld op intrusief materiaal gebeurd. Er kon ook handgevormd aardewerk uit worden gerecupereerd.


Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Bronstijd kuilen

Datering: bronstijd, late bronstijd, vroege bronstijd
Typologie: kuilen
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Finaalneolithische grafcirkel

Datering: finaalneolithicum
Typologie: funeraire gebouwen en structuren, grachten (infrastructuur)
Materiaal: aardewerk, vuursteen
Gebeurtenis:

Laatneolithische grafcirkel

Datering: laatneolithicum
Typologie: funeraire gebouwen en structuren, kringgreppels
Materiaal: aardewerk, vuursteen
Gebeurtenis:

Merovingische periode

Datering: Merovingische periode
Typologie: crematiegraven, kleding en -accessoires
Materiaal: aardewerk, metaal, verbrand bot (menselijk)
Gebeurtenis:

Niet gedateerde graven

Typologie: crematiegraven
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Romeinse periode

Datering: late ijzertijd (oosten), Vroeg-Romeinse tijd
Typologie: bijgebouwen, crematiegraven, greppels, spijkers, waterkuilen
Materiaal: aardewerk, plantaardige macroresten
Gebeurtenis:

Vroege ijzertijd sporen

Datering: vroege ijzertijd
Typologie: crematiegraven, waterkuilen
Materiaal: aardewerk, verbrand bot (menselijk)
Gebeurtenis:

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bellekouter [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991351 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.