Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden in totaal 64 werkputten en 40 kijkvensters aangelegd. Hierin zijn in totaal 41 sporen geregistreerd. Vier sporen konden na het plaatsen van een coupe als recente verstoring geïnterpreteerd worden. 22 sporen waren natuurlijk. Slechts 15 sporen waren effectief archeologische sporen. Deze kunnen onderverdeeld worden in kuilen en paalkuilen een één gracht. In de sporen is zeer weinig vondstmateriaal aangetroffen. Het vondstmateriaal dat is aangetroffen bestaat uit aardewerk dat in de postmiddeleeuwen gedateerd kan worden. De aangetroffen sporen liggen vrij verspreid over het volledige onderzoeksgebied. De bodemprofielen tonen aan dat het terrein minstens deels is afgetopt.