is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 15377
Deze aanduiding is geldig sinds
Tijdens de opgraving zijn 156 sporen geregistreerd.
Het enige spoor uit de Romeinse tijd was een waterput. Deze had een vierkante houten bekisting bestaande uit planken en balken, via dendrochronologisch onderzoek gedateerd in de late 1ste tot vroege 2de eeuw n. Chr. De aanlegkuil bevatte een vermoedelijk bouwoffer, namelijk een kraagkom uit gebronsd aardewerk. Delen van lederen schoeisel in de kernvulling zijn mogelijk als verlatingsoffer te interpreteren.
De meeste sporen zijn overblijfselen van een erf uit de 15de tot 17de eeuw dat de noordelijke grens vormde van (een voorloper van) het gehucht ‘Aeyssiehoeck’. Het was een landbouwerf met een potstal, een bijgebouw, een drenkkuil en waterputten.
Auteurs: Debruyne, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
- 1 rechthoekig bijgebouw van 6,6 bij 4,8 m, bestaande uit tien paalkuilen; datering in de periode 1400 tot 1600 op basis van aardewerk
- 1 potstal (S136): de interpretatie als potstal is gebaseerd op fosfaatanalyse; geen indicaties voor een gebouwstructuur noch voor een interne indeling; datering in de 16de eeuw op basis van aardewerk
- 1 drenkkuil (S32, 104): de kuil had een rechthoekige vorm van 7,5 bij 7,5 m, met een aflopende bodem tot op een diepte van 50 cm; in het midden zat een vierkante kuil met een diepte van 1 m; de opvullingslagen bevatten aardewerk (15de-17de eeuw) en resten van lederen schoenen (17de eeuw)
- kuilen
- paalsporen
- 2 waterputten (S24, S155) met een bekisting van plaggen, gefundeerd op een karrenwiel; beide waterputten zijn op basis van aardewerk gedateerd in de 15de-16de eeuw
- 1 waterput (S57) met een bekisting van plaggen, gefundeerd op houten stammetjes
- 1 waterput (S138) met een bekisting van vlechtwerk; het aardewerk uit de insteek en kern dateert uit het begin van de 16de eeuw tot het midden van de 17de eeuw
- 1 waterput (S94) met een bekisting van gestapelde blokken ijzerzandsteen gefundeerd op een vierkant frame van houten balken; het aardewerk uit de insteek en onderste kernvulling dateert uit de periode 1400-1550; het aardewerk uit de hogere opvullingslagen en de nazak dateert uit de periode 1500-1700
- 2 waterkuilen (S144, S146)
Beschrijving:
Tijdens de opgraving kwam een waterput uit de Romeinse tijd aan het licht. Waterput S143 had een vierkante houten bekisting bestaande uit planken en balken. Via dendrochronologisch onderzoek is de kapdatum van het hout van de planken gedateerd in 78-81 n. Chr., en 105 n. Chr. De latere datum weerspiegelt mogelijk een reparatie. De aanlegkuil bevatte een vermoedelijk bouwoffer, namelijk een kraagkom uit gebronsd aardewerk. Delen van lederen schoeisel in de kernvulling zijn mogelijk als verlatingsoffer te interpreteren.
Beschrijving:
8 greppels uit de nieuwe tijd waarvan niet duidelijk is in hoeverre ze in relatie staan met de bewoningssporen
Beschrijving:
Tijdens de opgraving zijn 3 objecten van een koperlegering gevonden, alle in de teelaarde:
- 1 munt (oord) van het graafschap Vlaanderen, waarschijnlijk van Philips II, uit de periode 1555-1598
- 1 munt (oord) van het graafschap Vlaanderen, waarschijnlijk van Karel VI, uit de periode 1711-1740
- een gedeelte van een koperen brilgesp uit de periode 1350-1650