Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden vier sleuven aangelegd. Hierin werden in totaal drie sporen aangetroffen, waarvan één na het couperen van natuurlijke oorsprong bleek. De overige twee paalsporen bevinden zich onder de verschillende Ap-horizonten, 70 tot 90 cm onder het maaiveld. Door hun egale vulling en het gebrek aan inclusies kunnen de aangetroffen paalkuilen als mogelijk van recente oorsprong beschouwd worden.
Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)