waarneming

Kleine Dries II

archeologisch element
ID
991490
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991490

Beschrijving

Algemeen

Verspreid over het opgravingsgebied van 1721,764 m2, aangelegd over 1 werkput, werden sporen (113 stuks) en vondsten geattesteerd gaande van de late middeleeuwen/nieuwe tijd tot de nieuwste tijd.

Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd

Een noord- zuid georiënteerd greppelfragment (90cm breed, ondiep bewaard) met grijs gedraaid aardewerk uit de late Middeleeuwen tot ca. de 16de eeuw in de opvullingslaag.

Rij van drie paalkuilen (ondiep bewaard)

Vermoedelijk kunnen de greppels gelinkt worden aan landbouwactiviteiten. Bij de opgraving ten zuiden van dit plangebied voor de aanleg van de ringweg werden enkele hooioppers geattesteerd uit dezelfde periode.

Nieuwste Tijd: WO I

Fase 1: oktober – november 1914

Deze sporen zijn vermoedelijk te linken met de gebeurtenissen van oktober – november 1914. Het projectgebied situeert zich vanaf het begin van de veldslag al binnen de Duitse linies. Het ligt net buiten de Belgisch en Franse verdedigingslinie rond Diksmuide opgeworpen op 15 oktober 1914; is zonder twijfel betrokken bij de daarop volgende Ijzerslag en situeert zich net ten zuiden van het Esenkasteel waarnaar begin november verschillende Franse uitvallen werden georganiseerd.

De oudste sporen zijn verschillende loopgraafsegmenten: Het gaat om een slecht bewaarde ondiepe en dus moeilijk interpreteerbare onregelmatige structuur. Ze zijn niet planmatig uitgegraven of aangelegd. Het is onduidelijk of de segmenten met elkaar verbonden waren (waarbij de ondiepere stukken weggegraven zijn) of dat het gaat om ondiepe losse ingegraven segmenten. De bredere sporen komen wellicht door de uitzakking bij opvullen van de loopgraaf. De loopgraaf bevat meerdere fasen maar oversnijden zélf geen oudere sporen.

De vroegste segmenten zijn komvormig zonder geattesteerde afwerking van de wanden. De bodem bestond uit samengeperst stro en/of gras. De vondsten uit deze onderste laag bestaan uitsluitend uit Duitse kogelhulzen van kleine kalibermunitie uit 1907, 1914 en één uit 1915 uit de bovenste vulling wat wijst op langer open liggen van bepaalde structuren.

De andere sporen uit deze vroege fase:

Vier paalkuilen met fragmentair bewaard hout nabij loopgraafsegmenten: 3 geclusterd ten oosten van het projectgebied en één meer zuidelijk.

Een komvormige rechthoekige kuil: mogelijk een shelter (schuilplaats), ten Westen aan uiteinde van een loopgraafsegmenten, zonder houten constructie-elementen, geen vloer noch vondsten.

Een vierkante kuil met veel vondsten op een bodemrest van stro en/of gras (Duits infanterieschild, papier, karton, gebroken flesje met kurk). Mogelijk is dit een afvalkuil of gaat het toch om een loopgraafsegment uit deze oudere fase.

De sporen uit deze vroege oorlogsfase zijn niet gedocumenteerd via luchtfoto’s.

fase 2 begin 1915 – 1918

De tweede fase is na het terugtrekken van de Fransen en Belgen naar de Westelijke IJzer-oever met behoud van enkele voorposten. Van deze latere fase bestaan luchtfoto’s. Een eerste grillige frontloopgraaf met enkele vooruitgeschoten loopgraven wordt in april 1916 vernieuwd als een bredere en meer uitgewerkte stelling (met bovengrondse borstwering), een passerelle (wandelpad) naar niemandsland en vermoeden van enkele bunkers in de borstwering (bron: KLM-MRA: Belgische luchtfoto’s van oa juli 1916, februari 1917 en loopgravenkaart van februari 1918). Deze Tranchée du Canards en deel van de Tranchée du Château zijn niet bewaard gebleven in het onderzoeksgebied.

Enkel stukken extractiegreppels voor de borstwering, een waterputje en twee shelters met houten paaltjes bleven bewaard. De slechte bewaring van de loopgraaf in de ondergrond komt wellicht door de ondiepe uitgraving waarbij gerekend werd op de brede bovengrondse borstwering. De twee bewaarde extractiegreppels in het westen zijn lineair met een grillig verloop. De greppel is op zijn breedst 2,3 m en heeft een ongelijke diepte.

Twee vermoedelijke shelters (schuilplaatsen) uit deze fase bevinden zich in de zijwand van de loopgraaf, onzichtbaar voor de vijand.:

De oostelijke rechthoekige structuur bevat minimale resten van een houten wandbeschoeiing en heeft geen vloer. Volgens foto’s bevond deze zich in het oosten in 1916 in de borstwering en in 1918 achter de smal uitgewerkte rugwering (van vermoedelijk zandzakjes) net voor de passerelle. Het is mogelijk een shelter maar kan evengoed een platform zijn geweest voor een mortieropstelling.

De meer zuidelijke shelter lag in de borstwering van de loopgraaf, oversnijdt een loopgraafsegment van fase 1 en bevat fragmenten van een houten vloer (hout was te sterk gedesintegreerd voor verdere houtdeterminatie).

Drie paalsporen met nog resten van hout dienden voor de versteviging van bovengenoemde structuur. Ze bevinden zich in de borstwering van de loopgraaf.

Vondsten uit de greppels en shelters: vooral afgeschoten Duitse hulzen (1914, 1915, één uit 1917), niet geladen munitieclips, een Franse Lebelhuls, twee Belgische kogelpunten en fragmenten van een Duitse patroontas.

Het meest courante type spoor zijn granaattrechters. De grootste densiteit situeert zich in het westen van het onderzoeksgebied (kant van de geallieerden). De inslagkuilen oversnijden alle aanwezige loopgraafsegmenten en kunnen wellicht toegeschreven worden aan de toegenomen geallieerde geschuts-aanvallen van eind 1917 en begin 1918.

De vulling is heterogeen met grillige randen en gevuld met shrapnel fragmenten. Verder is in de vulling van de kraters nog glaswerk gevonden en een onderdeel van mortieropstelling. De vulling van één van de diepste kraters (4 m diameter en 1,6 m diep) bevat een infanterieschild, shrapnel, een aangepunte houten paal met ijzerdraad en steelgranaatfragmenten. Er werden geen menselijke resten teruggevonden. De kuilen kregen na inslag geen nieuwe functie.

Tot slot is een tonwaterput teruggevonden onder een bomkrater in het zuiden van de werkput. De ton is tot 75 cm diepte bewaard, met houten duigen (machinaal gezaagd, Pinus sylvestris), ijzeren banden onderaan en een vlechtwerkband. De vulling bestond uit steriel zand, zonder vondsten noch organische afzetting. De structuur getuigt van een meer stabiele omgeving ter bevoorrading van water op lange termijn, dus tijdens de 2de fase van de oorlogsvoering aan de IJzer.

Nieuwste Tijd

Voor de oorlog was reeds drainage aanwezig op het terrein. Hiervan getuigen twee segmenten (NZ en OW georiënteerd) in terracotta.

Na de oorlog werd het terrein genivelleerd om opnieuw te gebruiken voor landbouw. In de jaren 1970 wordt een bedrijventerrein ontwikkeld. Hiervan getuigt het teruggevonden afval:

Een Rechthoekige kuil (Oostelijk) met midden 20ste-eeuws afval: dakfragment van een bunker, plastic, natuursteen en autobanden.

In de opvullingslagen van de nog aanwezige laagtes uit de oorlog (bv. in de bovenste lagen van de granaattrechters, shelters en loopgraven) bevindt zich 20ste-eeuws afval van het productieproces van een fabriek voor natuursteen, een voorganger van het huidige AVASCO-bedrijf.

En een 3-tal recente grotere kuilen met heterogene vulling die sporen uit WO I oversnijden.

Auteurs: Deconynck, Jasper; Demerre, Ine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

20ste eeuw

Datering: tweede helft 20ste eeuw, voor WO I
Typologie: afvalkuilen, afwateringsgreppels, bunkers
Materiaal: gewapend beton, keramisch bouwmateriaal, natuursteen, plastic, synthetisch rubber
Gebeurtenis:

Late Middeleeuwen / Nieuwe Tijd

Datering: 16de eeuw, late middeleeuwen
Typologie: greppels, paalkuilen, vaatwerk
Materiaal: grijs aardewerk
Gebeurtenis:

WO I fase 1

Datering: WO I
Typologie: afvalkuilen, loopgraven, losse vondsten, paalkuilen, schuilplaatsen, vaatwerk, wapens en munitie
Materiaal: glas, gras, hout, metaal, papier
Gebeurtenis:

WO I fase 2

Datering: WO I
Typologie: bomkraters, granaattrechters, loopgraven, paalkuilen, schuilplaatsen, wapens en munitie, waterputten
Materiaal: glas, hout, leer, metaal
Gebeurtenis:

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Kleine Dries II [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991490 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.