Er werden twee muurresten en zeven sporen geregistreerd. Tijdens het onderzoek werden in totaal 16 scherven teruggevonden. Het gaat daarbij om grijs aardewerk, (vroeg-)rood aardewerk, witbakkend aardewerk met groene loodglazuur, Elmpterwaar en steengoed. Dit materiaal is in de late en late/post-middeleeuwen te dateren. Daarnaast werd nog een bodem in porselein gerecupereerd met op de bodem ‘SOCIETE CERAMIQUE MAESTRICHT’ uit de periode 1863-1958.
Een van de sporen, een kuil, werd aan de hand van aangetroffen aardewerk in de late middeleeuwen gedateerd.
De rest van de sporen betreffen ook kuilen, waaronder één puinkuil. De functie en betekenis van de overige kuilen is vooralsnog onbekend. Wel tekenen zij zich af in een antropogene laag met vrij veel houtskool en verbrand sediment, wat mogelijk kan wijzen op verbranding of een brand. In deze laag werd laat en post-middeleeuws aardewerk teruggevonden.
De muurresten zijn afkomstig van de voormalige bebouwing in het plangebied.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)