Verspreid op het terrein werden 15 spoornummers toegewezen. 4 hiervan waren archeologisch relevant. De andere nummers werden toegekend aan een greppel en sporen van subrecente beddenbouw die talrijk aanwezig waren over het ganse terrein.
Op basis van hun kleur en vulling kunnen de relevante sporen in dezelfde periode worden geplaatst. Ze waren allen echter slecht en zeer ondiep bewaard. Een spoor betrof waarschijnlijk een oude greppel, de overige sporen waren te slecht bewaard om met zekerheid een uitspraak te kunnen doen over hun originele functie. Hoewel ze allen rijk waren aan houtskool, werden er maar in 2 sporen archeologische vondsten aangetroffen. Het ging hierbij voornamelijk om sterk verweerd rood oxiderend aardewerk en enkele scherven reducerend wielgedraaid aardwerk. Er was 1 diagnostische scherf. Aan de hand van de randdecoratie kon deze scherf worden gesitueerd in de vroege tot middenijzertijd. De sporen hebben dus een vermoedelijke datering in de late metaaltijden.
In 1 van de post-middeleeuwse greppels werd in de vulling baksteenspikkels, leisteen, geglazuurd roodbakkend aardewerk en een stukje steengoed. Voor al deze vondsten geldt een laat- tot postmiddeleeuwse datering. Tevens werd in de vulling een aangespoeld stuk silex met sporen van bewerking teruggevonden.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)