Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn 226 sporen aangetroffen.
De sporen uit de metaaltijden bevinden zich centraal in het onderzoeksgebied en bestaan uit paalkuilen en kuilen. De sporen uit de middeleeuwen zijn meer divers en omvatten paalkuilen, kuilen, greppels, grachten en zeker één waterput. Deze sporen komen vooral in het noorden en het zuidoosten van het onderzoeksgebied voor, maar worden ook aangetroffen in andere zones. In het zuidoostelijk deel van het onderzoeksgebied zijn kuilen, paalsporen en greppels aangetroffen die gelinkt kunnen worden aan de walgrachtsite.
Op basis van de aangetroffen sporen lijkt het voornamelijk te gaan over bewoning en heeft de vindplaats een economische functie. Er zijn veel paalgaten aangetroffen, zowel uit de metaaltijden als uit de middeleeuwen. Dit wijst op de aanwezigheid van woonstructuren. De aanwezigheid van afwateringsgreppels doet dan weer vermoeden dat vindplaats ook een economische functie als landbouw had.
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)