In deze zone werden sporen uit de ijzertijd en volle middeleeuwen aangetroffen.
Er werden een aantal kuilen aangetroffen die gedateerd konden worden in de midden- en late IJzertijd en geïnterpreteerd werden als leemontginningskuilen die vervolgens gebruikt zijn als afvalkuilen.
Verspreid over de zone werden minstens twee structuren aangetroffen. Beide structuren konden op basis van 14C-dateringen gedateerd worden in de volle middeleeuwen (12de eeuw) en werden geïnterpreteerd als één NO-ZW georiënteerd hoofgebouw (Structuur 1) en één W-O georiënteerd bijgebouw (Structuur 2). Vermoedelijk werd de rand van een volmiddeleeuws erf aangesneden dat zich verder richting het zuiden voordoet. Bij dit erf hoorde vermoedelijk enkele greppels, een poel, leemontginningskuilen en mestkuilen. Overige paalkuilen clusters binnen het onderzoeksgebied zouden mogelijk deel hebben uitgemaakt van bijgebouwen.
Uit het botanisch onderzoek van de pollenstaal, dat uitgevoerd werd door BIAX Consult, blijkt dat de interpretatie als mestkuil goed overeenkomt met de resultaten van het onderzoek. Zo werden er veel onverkoolde organische fragmenten teruggevonden met daartussen sporen van allerlei schimmels, waaronder mestschimmels. Daarbij werden ook de eitjes van verschillende soorten darmparasieten aangetroffen. Verder werden er ook pollen van cultuurgewassen teruggevonden van korenbloem, gerst, tarwe en rogge. De aanwezigheid van Korenbloem geeft alleszins een datering weer vanaf de middeleeuwen gezien dit gewas pas vanaf dan gecultiveerd werd.
Auteurs: Meylemans, Erwin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)