Algemeen

Bij het archeologisch onderzoek werden in totaal 154 spoornummers uitgeschreven, waarvan er 91 (ruim) gedateerd konden worden op basis van vondsten of onderlinge relaties. In totaal werden bij de opgraving aan de Kloosterstraat in Bilzen 175 fragmenten aardewerk ingezameld. Twee derde van het ingezamelde middeleeuwse aardewerk van de site Bilzen Kloosterstraat is Maaslands. Dierlijk bot werd ingezameld uit 12 verschillende contexten. Hiernaast werd er ook nog bouwkeramiek, metaal en glas in kleine hoeveelheden aangetroffen.

Middeleeuwen

Verspreid over het onderzoeksgebied waren 51 sporen aanwezig die met zekerheid middeleeuws zijn. Omdat er vaak heel weinig aardewerk uit de sporen kon worden ingezameld, is het voor veel van deze sporen moeilijk om een preciezere datering te geven dan eind vol- of al laatmiddeleeuws (na 1200). Globaal gezien kunnen de middeleeuwse sporen gedateerd worden tussen de einde van de 11de eeuw en de 14de eeuw. Er is zeker sprake van een fasering in die middeleeuwse site, want er zijn oversnijdingen tussen sporen die middeleeuws zijn, maar op basis van de weinige vondsten blijft een nauwkeurige datering moeilijk. De sporen bestaan uit bouwvoren, kuilen en paalkuilen.

De oudste kuilen dateren uit de 11de eeuw aan de hand van aardewerk. Dit zijn kuilen met een lichtbruine tot grijsbeige kleur waarin een bijmenging van weinig spikkels houtskool, bouwkeramiek en verbrande leem in aanwezig is. In de andere kuilen is meer houtskool en bouwkeramiek aanwezig dan de oudere middeleeuwse sporen. Een afgeronde rechthoekige kuil kan op basis van een fragment oranje Maaslands aardewerk tussen de 11de en de 14de eeuw gedateerd kan worden. Aan de oppervlakte werden de contouren van een quasi volledig varkensskelet in anatomisch verband waargenomen. Uit deze context werd ook het sacrum van een hond ingezameld. Het grootste deel van de kuilen kon niet gecoupeerd worden, een deel van de kleinere kuilen kan zeker ook paalkuil zijn. 10 kuilen werden met zekerheid gedetermineerd als paalkuilen. In het zuidoostelijke deel van het onderzoeksgebied waren verschillende paalkuilen aanwezig die tot eenzelfde structuur lijken te behoren. In de paalkuilen werd occasioneel witbakkend Maaslands aardewerk aangetroffen.

Nieuwe tijd-nieuwste tijd

Verspreid over het onderzoeksgebied konden op basis van de ingezamelde vondsten 24 sporen als post-middeleeuws benoemd worden. Verspreid over het onderzoeksgebied waren tien grote kuilen aanwezig. Aan de hand van de vulling, waarin steenkool, houtskool, etc. en pijpaardewerk werd aangetroffen, werden deze kuilen gedateerd. Hiernaast werden er 4 paalkuilen, die ook op basis van de vulling gedateerd werden, gevonden die waarschijnlijk de hoeken van een kleine constructie betroffen. De andere paalkuilen konden niet aan een constructie toegewezen worden. In het onderzoeksgebied werden dertien vierkante kuilen aangetroffen die op regelmatige afstand van elkaar lagen. In de vulling zaten restanten van wortels, spikkels steenkool, houtskool, baksteen en glas. De sporen lagen telkens 7 m tot 7,5 m uit elkaar. De weinige vondsten in deze kuilen zijn zeker te dateren na het midden van de 18de eeuw, maar de sporen zijn vermoedelijk nog veel jonger. Ze worden in verband gebracht met een voormalige boomgaard.

WO II

Twee grote kuilen gevuld met puin werden als bomkraters geïnterpreteerd uit WO II, wanneer Bilzen zwaar gebombardeerd werd bij het begin van deze oorlog.