In de sleuven werden slechts zes sporen geregistreerd, met name enkele grachten en greppels. Ze worden op basis van hun algemene aard (vulling, aflijning, inclusies) geïnterpreteerd als postmiddeleeuwse perceels- of afwateringgreppels. Voor twee grachten is daar ook duidelijke aanwijzing voor op basis van het historisch kaartmateriaal, de Atlas der Buurtwegen (midden 19de eeuw). Naast deze sporen werden in de verschillende sleuven ook een groot aantal recente verstoringen aangetroffen die verbonden kunnen worden aan de gesloopte bebouwing van de voormalige houtzagerij en de activiteiten die op de terreinen plaatsvonden.
Auteurs: Depaepe, Ine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Het betreft telkens een gracht of greppel met een homogene donkerbruine zandige opvulling en inclusies van baksteen, mortel en puinbrokjes. Het materiaal in de vulling van de sporen is hetzelfde materiaal als de bovenliggende bouwvoor en tekent zich scherp af tegen het geelbruine zand van de moederbodem. Vermoedelijk gaat het steeds om oude perceelsgrachten of greppels.