Alle sporen kunnen op basis van hun vulling (donker), aflijning (scherp) en vondstmateriaal in de nieuwe en/of nieuwste tijd worden gedateerd.
Waarschijnlijk kunnen ze gelinkt worden aan de bewoning die ten oosten van het projectgebied wordt afgebeeld op enkele historische kaarten. Vanuit die optiek maken ze deel uit van het uitgebreider areaal van het erf. Het gaat met andere woorden niet om eigenlijke sporen van de bewoning, maar wel zijn de verschillende contexten het gevolg van activiteiten op het erf (kuilen) of restanten van structuren of palenzettingen (paalsporen). De greppels en perceelsgrachten deden dan weer dienst om de waterhuishouding te beheersen en het terrein in te delen in verschillende percelen.