Tijdens het verkennend archeologisch booronderzoek zijn een hele reeks vondsten opgeboord (vuursteen, natuursteen, aardewerk en glazen kraal). De vuurstenen vondsten, en vermoedelijk ook de natuurstenen vondsten, wijzen op een steentijdaanwezigheid in het plangebied. Ze maken deel uit van ruimtelijk intacte, in situ vindplaatsen. Het zwaar verbrande artefact (potlid) wijst mogelijk zelfs op de aanwezigheid van een haardplaats. De bodem ter hoogte van de meeste vondsten, en bijgevolg ook de vindplaats, was vrij gaaf bewaard gebleven (ABC-bodem).

Het opgeboorde aardewerkfragment en de glazen kraal wijzen ook op een jongere aanwezigheid in het plangebied. De vondsten worden eerder in de romeinse tijd dan in de middeleeuwen gedateerd.