Er zijn 148 sporen ingemeten binnen de 14 werkputten. Bij een groot aantal was reeds bij de aanleg van het vlak duidelijk dat het hier om recente grondsporen en structuren ging: sporen van activiteiten die wellicht te maken hebben met de aanleg, uitbating of afbraak van de sportinfrastructuur binnen het plangebied. Subrecente sporen betreffen sporen die op basis van het vondstmateriaal in de late 19e of eerste helft 20e eeuw gedateerd kunnen worden.

Er zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van sporen van vóór de industriële revolutie. De schaarste aan dateerbaar vondstmateriaal speelt hierin mogelijk een factor, maar ook op basis van andere argumenten (stratigrafische positie, oversnijding, compactie, inclusies,...) kunnen sporen minstens relatief gedateerd worden. Ook daar ontbreken de aanwijzingen voor oudere sporen.