Tijdens het verkennend booronderzoek werden vondsten aangetroffen van steen, aardewerk, bot en macroresten. De natuurstenen chips worden aanzien als natuurlijke afslagen waardoor geen verder onderzoek naar steentijdartefactensites plaatsvond.
Het proefsleuvenonderzoek bracht 117 antropogene sporen aan het licht waaronder kuilen, paalkuilen, grachten, greppels en een waterkuil. 1 spoor betrof een kringvormige greppel. In het meest zuidelijke deel werden ook veenlagen aangetroffen. De datering van de sporen kan grofweg in de late middeleeuwen- nieuwe tijd worden geplaatst, hoewel sommige sporen ook ouder leken. Dit kon echter niet hard gemaakt worden. Ter hoogte van de kringgreppel diende een opgraving uitgevoerd te worden over ca. 2050m2. Eén zone werd in situ behouden.
Auteurs: Zeebroek, Inge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Kuilen en paalkuilen zijn het best vertegenwoordigd. Eén kuil wordt als waterkuil bestempeld en bevat in de vulling een majolicascherf. Het spoor kan mogelijk ouder zijn. Er zijn geen gebouwplattegronden aangeduid.
De meeste greppels kunnen gelinkt worden aan 19de-eeuwse perceelsindeling. Sommige lijken echter mogelijk ouder te zijn.
Een kringgreppel heeft een diameter van 555cm