Op de locatie van de hoogspanningskabels werden in totaal 11 sporen aangetroffen. Het gaat voornamelijk om greppels. In totaal werden er vijf greppelsegmenten, twee kuilen, twee uitbraaksporen en een enkele paalkuil gevonden. Hiernaast werden nog enkele lagen aangetroffen. Negen van deze sporen bevatte geen vondstmateriaal en konden ook niet of slechts zeer breed gedateerd worden. De twee overige sporen betreffen bijzondere vondstcontexten uit de romeinse periode.
Het ene spoor gaat om een vondstrijke laag, waarin onder andere een ruitersbelletje uit koperlegering werd aangetroffen. De laag werd over 21m aangetroffen. Een monster werd aan de hand van een 14C-datering onderzocht. Deze wees uit dat de vulling gedateerd werd tussen 127-325 na chr. Het andere spoor betreft een kuil waarin een intact aardewerken schaaltje, spreukbeker en een grote scheplepel uit koperlegering werd aangetroffen. In het spoor werden er vijf vullingen herkend. Op basis van het vondstmateriaal kan vastgesteld worden dat de gehele kuil gedempt werd in de Romeinse Tijd. De scherven van de spreukbeker waren sterk geconcentreerd binnen de kuil waardoor het mogelijk is dat het object door post-depositionele processen gefragmenteerd is. Het aardewerken schaaltje is duidelijk met intentie op de bodem geplaatst. Aan de hand van het vondstmateriaal kan vulling 3 gedateerd worden in de 3de eeuw. In de vullingen erboven werden kleine fragmenten aardewerk uit de 1ste eeuw aangetroffen. Wellicht werd de kuil hergebruikt in de 3de eeuw. Het terrein zal in de 1ste eeuw een grote activiteit gekend wat ook overeen komt met de aanwezigheid van de villa naast het plangebied. De functie van de kuil is onduidelijk. De vondsten komen overeen met een rituele depositie maar konden aan de hand van andere elementen niet verder worden vastgesteld.
Al het aangetroffen aardewerk (349 scherven), bouwkeramiek (149 stukken), glas (15) en metaal dateert uit de romeinse periode. Onder het materiaal zitten enkele opmerkelijke vondsten, namelijk een sterk gefragmenteerde maar archeologisch volledige spreukbeker en een volledig schaaltje dat met zorg op de bodem lijkt gezet. De spreukbeker kan in de late 3e of 4e eeuw gedateerd worden.
De overige sporen bevatten geen dateerbaar vondstmateriaal. Deze zijn moeilijker te interpreteren door de beperkte grootte van de werksleuf. Het gaat om greppels, (paal)kuilen en muuruitbraken. Enkele greppels zijn mogelijk te linken aan de Romeinse bewoning. De muuruitbraken zijn te relateren aan structuren uit de 20ste eeuw, de overige sporen zijn mogelijk natuurlijk of recent.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)