Bij het proefputtenonderzoek trof men 3 graven aan met in situ bot materiaal. De aangetroffen skeletten hadden een W-O oriëntatie. Eén graf bevatte nagels van een kist. Aan de hand van de tanden blijkt dat dit graf het lichaam van een kind, jonger dan 6 jaar, bevatte. De overige 2 graven waren wellicht graven van volwassenen.

Daarnaast registreerde men een natuurstenen fundering van één laag rechthoekige mergelstenen.

Bij het aanleggen van de proefsleuven werden enkele vuurstenen chips en een vuurstenen pièce ésquillée ingezameld. Het pièce ésquillée dateert vermoedelijk uit het neolithicum of de metaaltijden.

Andere vondsten die tijdens het onderzoek werden ingezameld zijn:

• een wandfragment reducerend gebakken handgevormd aardewerk uit de metaaltijden of vroeg Romeinse periode
• vier wandfragmenten van Rijnlands roodbeschilderd aardewerk - Pingsdorf: 11e - 12e eeuw
• een wand uit roodbakkende klei (bloempotje): 19e - 20e eeuw
• een steel van een kleipijpje (witbakkend aardewerk): 19e - 20e eeuw
• een knikker uit witbakkende klei: 16e - 19e eeuw
• fragment van een bord uit witbakkende klei met tinglazuur met blauwe beschildering: eind 18e - begin 19e eeuw
• ijzeren kistversieringselementen en een handvat: 19e- vroeg 20e eeuw
• een wit marmeren klokje (10 cm lang)