waarneming

Opgraving Bavikhove Eerste Aardstraat

archeologisch element
ID
991821
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991821

Beschrijving

Algemeen

De opdrachtgever plant op het terrein de uitbreiding van het huidige landbouwbedrijf, met de bouw van nieuwe serres, logistieke gebouwen, twee infiltratiezones en een open put met grondzeil.

Steentijd

Tijdens het vlakdekkend onderzoek zijn 181 vuursteenartefacten ingezameld die wijzen op een quasi continue menselijke aanwezigheid en/of bewoning in het projectgebied vanaf het finaalpaleolithicum. Ze zijn aangetroffen bij de aanleg van de opgravingsvlakken en het handmatig onderzoek van de sporen.

Finaalpaleolithicum

De oudste vondsten (finaalpaleolithicum) omvatten minimaal twee artefacten. Het gaat om een afslag en een schrabber/ruimer/boor. Beide artefacten zijn in het bezit van een blauwwitte patina.

mesolithicum

Vondsten die in het mesolithicum thuis horen zijn eveneens aangetroffen. Onder de werktuigen zijn, onder voorbehoud, vier artefacten aan het mesolithicum toegewezen. Het gaat om twee schrabbers, een microkling met boordbeschadiging en een ruimer. Verschillende niet geretoucheerde microklingen horen wellicht ook in het mesolithicum thuis.

neolithicum

Kenmerkende neolithische artefacten zijn slechts in beperkte mate aanwezig. Strikt genomen kunnen slechts drie artefacten aan het neolithicum worden toegewezen, een gesteelde pijlpunt, een hamer op een geslepen bijlkling fragment, en een spitsklingfragment.

Finaal neolithicum - Vroege bronstijd

Tijdens het archeologisch onderzoek werd een kringgreppel met een diameter van 29 meter aangetroffen. Binnen de kringgreppel zijn de onderkanten van drie rechthoekige kuilen aangetroffen. Gezien de ligging binnen de kringgreppel kunnen deze sporen mogelijk als inhumatiegraven geïnterpreteerd worden. De sporen zijn schaafsgewijs verdiept, maar er konden hierbij geen lijkschaduwen vastgesteld worden. In deze sporen zijn slechts enkele kleine fragmenten verbrand bot aangetroffen. De fragmenten waren te klein om ze te kunnen determineren, maar het is aannemelijk dat de fragmenten intrusief zijn.

Op 80-90 meter ten noordoosten van de kringgreppel situeren zich twee kuilen die op basis van het vondstmateriaal en enkele C14-dateringen te plaatsen zijn in het finaalneolithicum – vroege bronstijd. In één van de twee kuilen zijn zeven scherven handgevormd aardewerk aangetroffen, twee randscherven hebben een motief te dateren in de latere fase van de Klokbekercultuur, tussen 2100 -1900 v. Chr. Een fragment van verkoolde hazelnoot en een dierlijk botfragment werden geselecteerd voor C14-datering en gaven een datering in het finaalneolithicum en de vroege bronstijd.

De tweede kuil is geïnterpreteerd als een waterkuil. Naast verschillende fragmenten aardewerk is ook vuursteen aangetroffen. Tussen deze vondsten situeert zich één werktuig. Het gaat om een afslag met boordbeschadiging. In de coupe van de kuil zijn meerdere lagen waargenomen. Vooral in de onderste lagen is relatief veel houtskool aanwezig. Uit twee lagen zijn bulkmonsters genomen voor botanisch onderzoek. Een verkoolde graankorrel werd geselecteerd voor C-14 datering en valt volledig in het finaalneolithicum. De onderste lagen van de kuil werden bemonsterd met een pollenbak. Het pollen in het staal bestaat voor ongeveer 96 % uit pollen van bomen en struiken. Het overgrote deel hiervan is van hazelaar, verder zijn els, linde, eik en berk vrij goed vertegenwoordigd.

Ijzertijd

Het merendeel van de sporen is toe te wijzen aan de metaaltijden. Op basis van het vondstmateriaal kunnen 14 bijgebouwen in de ijzertijd gedateerd worden. Opvallend is dat bij drie structuren een extra paalspoor aanwezig is aan de zuidzijde van het gebouw. Steeds situeert de paal zich centraal ten opzichte van de lengteas. Uit een paalkuil werden enkele verbrande graankorrels geselecteerd voor C14-datering. De uitkomst 2216±23 BP valt in de late ijzertijd (380-190 v. Chr. (95.4 % waarschijnlijkheid).

In het laag gelegen deel van zone I zijn twee waterhoudende structuren aangetroffen, een waterput en een waterkuil. Het dendrochronologisch onderzoek dateert beide structuren rond 230 v. Chr. In de bovenste opvulling van de waterkuil is aardewerk uit de vroeg La Tène periode aangetroffen. Er werd hierop een 14C-datering en botanisch onderzoek uitgevoerd.

Ter hoogte van de bestaande waterbassin is er een smalle greppel aangetroffen (32 tot 40 cm). Het gaat mogelijk om een greppel in een vierkante vorm. Door de aanwezigheid van natuurlijke en antropogene verstoringen kon dit echter niet bewezen worden. Mogelijk gaat het om een funeraire structuur.

Romeinse periode

De Romeinse archeologische sporen zijn onder te verdelen in twee hoofdcategorieën, met name bewoningssporen en funeraire sporen.

Er werden vier hoofdgebouwen aangetroffen. Een eerste structuur is een tweeschepig gebouw met krachtenverdeling op de nokstaanderrij (De Clercq type I). In twee paalkuilen werden in totaal twee wandscherven handgevormd aardewerk aangetroffen. Deze konden de structuur niet strakker dateren dan in de late ijzertijd tot en met de Romeinse periode.

Een tweede structuur is een éénschepig gebouw met kruisvormig verspreide krachtenverdeling en twee traveeën (De Clercq type IIB). De Clercq dateert de oudste exemplaren van dit type gebouw in de Flavische tijd en de jongste exemplaren in de late 2e eeuw. Op basis van het voorkomen van Terra Nigra van de noordelijke groep kan de structuur tussen 50 en 150 na Chr. gedateerd worden. Een latere datering is echter ook mogelijk.

Op enkele meters ten zuidwesten van de kringgreppel zijn twee hoofdgebouwen aangetroffen. Het gaat bij dit type om een éénschepig hoofdgebouw met kruisvormig verspreide krachtverdeling en drie traveeën (De Clercq type IIC). In het archeologisch vlak tekenen
dergelijke structuren zich af als een configuratie bestaande uit zes grote paalkuilen waaraan eventueel nog kleinere paalsporen verbonden zijn. De gekende exemplaren dateren uit de Flavische tijd en de late 2e eeuw. Opvallend is dat de staanders behorende tot de zuidelijke wand van structuur 4 de paalsporen behorende tot de stijlen van de noordelijke wand van structuur 3 oversnijden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat structuur 4 de opvolger is van structuur 3. In de noordwestelijke wandstaander van structuur 4 is in de paalkern een slijpsteen en een groot stuk aardewerk aangetroffen. Gezien de locatie van de vondsten gaat het waarschijnlijk om een verlatingsritueel.

Op basis van het vondstmateriaal konden ook drie bijgebouwen in de Romeinse periode gedateerd worden. In elke structuur werd handgevormd en gedraaid aardewerk aangetroffen en in één van de paalkuilen werd een glazen kraal aangetroffen.

Binnen het plangebied zijn twee wegtracés waargenomen, die op basis van het vondstmateriaal in de Romeinse periode geplaatst kunnen worden. Het gaat zeker niet om hoofdwegen, maar om aftakkingen van landelijke wegen die verschillende woonkernen met elkaar verbonden. In het uiterste zuidwesten werd een deel van een wegtracé aangetroffen die geflankeerd werd door twee greppels met een afstand van 6,5 meter. De greppel wordt op enkele locaties oversneden door duidelijke karrensporen. Deze karrensporen dateren waarschijnlijk ook in de Romeinse periode. Er werden 19 metaalslakken, enkelen nog met ovenwand, en 55 fragmenten bouwkeramiek, fragmenten van imbrices en tegulae aangetroffen.

Reeds tijdens het vooronderzoek werden een aantal brandrestengraven aangesneden. Drie van deze graven werden niet opgegraven omdat ze ‘in situ’ bewaard bleven. Twee van de tijdens het vooronderzoek aangetroffen brandrestengraven werden wel opgegraven. Er zijn tijdens de opgraving nog drie bijkomende brandrestengraven aangetroffen. Opvallend is dat het merendeel van de sporen zich ongeveer op een NW-ZO georiënteerde lijn situeren. Mogelijk situeerde zich in de nabijheid van de graven een landweg, die richting het tijdens het vooronderzoek aangetroffen omgreppelde erf liep.

Twee brandrestengraven hebben een nis met bijgiften. In beide nissen werd een Romeinse munt aangetroffen en glas. Bij de overige brandrestengraven is sterk verbrand aardewerk aanwezig in de laag met brandresten. De hoeveelheid crematieresten is in alle sporen gering, bij slechts één graf is namelijk meer dan 100 gram aanwezig.

Middeleeuwen

Uit de middeleeuwen werden slechts enkele sporen aangetroffen. Het gaat om een ondiepe kuil met veel scherven aardewerk. Het aangetroffen aardewerk, voornamelijk grijs en grijs gedraaid aardewerk, kan in de 10e-11e eeuw gedateerd worden. Verder werd nog een ronde houtskoolmeiler aangetroffen.

Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Brandrestengraven (Romeins)

Datering: Romeinse tijd
Typologie: brandrestengraven, crematiegraven, munten
Materiaal: aardewerk, glas, houtskool, verbrand bot (menselijk)
Gebeurtenis:

Greppel (ijzertijd)

Datering: ijzertijd
Typologie: greppels
Gebeurtenis:

Kringgreppel, kuilen (bronstijd)

Datering: laatneolithicum, vroege bronstijd
Typologie: kringgreppels, kuilen
Materiaal: aardewerk, verbrand bot (dierlijk)
Thema: Prehistorische grafheuvelcomplexen en urnenvelden
Gebeurtenis:

Kuil (finaal neolitihicum -

Datering: finaalneolithicum, vroege bronstijd
Typologie: kuilen
Stijl: klokbekercultuur
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), plantaardige macroresten
Gebeurtenis:

Sporen middeleeuwen

Datering: volle middeleeuwen
Typologie: kuilen, structuren voor houtskoolproductie
Materiaal: grijs aardewerk
Gebeurtenis:

Structuren (Ijzertijd)

Datering: ijzertijd, late ijzertijd (westen)
Typologie: gebouwen en structuren, gebouwplattegronden, paalkuilen
Materiaal: aardewerk, plantaardige macroresten
Gebeurtenis:

Structuren (Romeins)

Datering: Romeinse tijd
Typologie: gebouwen en structuren, gebouwplattegronden, paalkuilen
Materiaal: aardewerk, glas, terra nigra
Gebeurtenis:

Vuursteen artefacten

Datering: mesolithicum, neolithicum, steentijd
Typologie: werktuigen
Materiaal: vuursteen
Gebeurtenis:

Waterkuil (finaal neolitihicum -

Datering: finaalneolithicum, vroege bronstijd
Typologie: waterkuilen
Materiaal: aardewerk, houtskool, vuursteen
Gebeurtenis:

Waterput en waterkuil (Ijzertijd)

Datering: ijzertijd
Typologie: waterkuilen, waterputten
Materiaal: aardewerk, plantaardig materiaal
Gebeurtenis:

wegtracés (Romeins)

Datering: Romeinse tijd
Typologie: greppels, karrensporen, wegen
Materiaal: aardewerk, keramisch bouwmateriaal, slak
Thema: Romeinse wegen
Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Opgraving Bavikhove Eerste Aardstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991821 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.