Het aangetroffen archeologisch ensemble bestaat uit enkele antropogene lagen die teruggaan tot de 17-18de eeuw en twee kuilen uit de 19de eeuw. Eén kuil bleef ongedateerd. Buiten het hoevegebouw werd een ongedateerde bevloering aangetroffen, die op een oudere fase wijst.
Auteurs: Polfliet, Bruno; Anoniem; Slabbinck, Fedra; Depaepe, Ine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
In de proefput in de voormalige dwarsschuur zijn twee sporen met industrieel witgoed aangetroffen. Dit aardewerk komt pas vanaf de 19de eeuw voor. In de heterogene beigegrijze vulling van één kuil werden dierlijke botfragmenten waargenomen. Deze werd dan ook geïnterpreteerd als een krengbegraving.
Beschrijving:
In de proefputten centraal en in het oosten in het hoevegebouw zijn respectievelijk vijf en vier antropogene lagen aangesneden. In elke proefput kan mogelijk één ook als een grote kuil worden geïnterpreteerd. Telkens kon de onderste laag door de aanwezigheid van gele concentrische slibversiering in de 17-18de eeuw gedateerd worden.
Beschrijving:
Net buiten het hoevegebouw kon een bakstenen vloer worden waargenomen. Deze bestaat uit gele baksteen met een formaat van (20cm x 8cm x 7cm) welke recht op de lange zijde werden gezet in funderingszand. Dit in wildverband. Het formaat en de eerder slordige afwerking wijzen erop dat deze bakstenen doelbewust werden gemaakt voor gebruik als bevloering. Onder de vloer was een onderfundering van ca. 15 cm baksteenpuin aanwezig. Daaronder werd tot slot een homogeen donkergrijze zandige laag met baksteenspikkels aangetroffen.
In het noordoosten wordt deze vloer afgesloten door 4 grote blokken natuursteen en 2 smalle gewitte natuurstenen. De rij grote natuurstenen is 140 cm breed en kan mogelijk als een dorpel /ingang beschouwd worden van een gebouw met bakstenen vloer. De onregelmatige blokken en vorm lijken op gerecupereerd bouwmateriaal te wijzen.
Op 110 cm te noordoosten van de massieve natuurstenen komt een rij natuurstenen voor waarvan de bovenkant gewit is met kalkverf. De stenen zijn zodanig gekapt om dienst te doen als boordsteen. Ook de witte markering duidt op afbakening. Deze zijn gelijkaardig aan de 2 natuurstenen naast de grote blokken. De afstand tussen de 2 rijen bedraagt ca. 110 cm. Dit kan mogelijk geïnterpreteerd worden als een padje.
Tot slot komt zowel ten zuidwesten als ten noordoosten van de gewitte boordstenen een plaveisel voor uit een allegaartje van natuurstenen. Deze werden vrij slordig aangelegd. Ook hier werden vermoedelijk gerecupereerde stenen gebruikt. Zo werden ook een aantal afgeronde keien aangetroffen, welke vermoedelijk kunnen geïnterpreteerd worden als ballastkeien.