Binnen het plangebied werd naar aanleiding van een omgevingsvergunning voor de verbouwing en de uitbreiding van het huidige schoolcomplex een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd.

Om inzicht te krijgen in de bodemopbouw werd eerst een landschappelijk bodemonderzoek uitgevoerd. Het volledige terrein werd onderzocht door middel van 7 landschappelijke boringen. Op basis van de resultaten van het landschappelijk bodemonderzoek, bleek de kans op het aantreffen van nog goed bewaarde steentijd sites laag. Vervolgens werd overgegaan tot de uitvoering van een proefsleuvenonderzoek binnen fase 1. Deze zone bevindt zich in de noordwestelijke hoek van het plangebied. Tijdens het onderzoek werden 2 archeologisch relevante sporen geregistreerd. Het gaat om twee brede greppels. In één van deze greppels werd een klein fragment industrieel wit aardewerk aangetroffen. De sporen werden als recente perceelgreppels geinterpreteerd.