Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 49 spoornummers aangetroffen. In totaal werden 32 paalkuilen aangetroffen die zich allen in de oostelijke helft van sleuf 2 bevonden. De paalkuilen kwamen voor in allerlei vormen en afmetingen met een hoofdzakelijk grijsbruine vulling met weinig houtskoolspikkels. Uit twee paalsporen werden enkele handgevormde aardewerkfragmenten teruggevonden, één scherf is vermoedelijk te dateren in de Merovingische periode, een andere is meer in een grovere, prehistorische techniek gemaakt. Voorlopig kunnen geen gebouwplattegronden aan de paalkuilen worden toegewezen gezien de beperkte oppervlakte van de onderzoekssleuf. Niettemin zijn duidelijk palenclusters aanwezig en kan gesproken worden van een archeologisch relevante zone. Er werden drie ongedateerde kuilen aangetroffen.
Centraal werd een rechthoekige structuur aangetroffen. Op de noordelijke en oostelijke hoek werd telkens aan de buitenkant een paalkuil waargenomen Beide waren ovaal tot rond van vorm en hadden een vrij homogene grijs tot donkergrijze vulling. Wellicht dienden deze paalkuilen voor het verstevigen van de houten constructie. Vergelijkend onderzoek toont aan dat het mogelijk om een hutkom kan gaan. Over de datering kan nog geen uitspraak worden gedaan, aangezien geen dateerbaar vondstmateriaal werd aangetroffen.
Verspreid over het terrein kwamen 13 greppel- of grachtsegmenten voor met verschillende oriëntaties. Deze kunnen vermoedelijk geïnterpreteerd worden als afwateringsgreppels of afbakeningsgreppels. Uit een paar van deze greppels/grachten konden enkele vondsten worden gerecupereerd. Uit drie grachten werd aardewerk met een Karolingische datering aangetroffen, één gracht bevatte een randscherf afkomstig van een kogelpot uit vermoedelijk de 11de tot 12de eeuw (volle middeleeuwen).
Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Het beperkte aangetroffen vondstenensemble maakt duidelijk dat het hier over een meerperiodensite gaat te dateren van mogelijk de metaaltijden tot de volle middeleeuwen met een zwaartepunt in de vroege middeleeuwen.