waarneming

Wetteren GOG Bastenakkers

archeologisch element
ID
991960
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991960

Beschrijving

Het verkennend en waarderend booronderzoek tonen aan dat er vier materiaal categorieën (vuursteen, aardewerk, onverkoolde zaden en botfragmenten) zijn aangetroffen in het zeefresidu. Echter, deze waren vaak te verspreid en in te lage hoeveelheden om als archeologisch relevant beschouwd te worden.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden in totaal 52 sporen geregistreerd. Het opgetekende spoorcombinatiebestand valt uiteen in 29 kuilen en 20 gracht- of greppelcontexten van onbekende datering. De restgroep is samengesteld uit één waterhoudende structuur, één kuil met verbrande leemresten, en één natuurlijk fenomeen verdeeld over drie zones.

In totaal zijn er 20 greppelcontexten geregistreerd. Deze contexten worden teruggebracht tot een verzameling van acht individuele secties en drie greppels die uit twee of meer segmenten bestaan. In zone 1 werden vier greppelsegmenten geregistreerd, er werd geen vondstmateriaal ingezameld. Andere greppels situren zich in zone 3, één metaal slak werd ingezameld. Van de 29 kuilen waren verschillende kuilen recent, omwille van hun aflijning en vulling. In zone 2 werd in één van de kuilen een fragment Romeins aardewerk aangetroffen.

Het meerendeel van alle artefactvondsten uit de proefsleuvencampagne betreft aardewerkfragmenten ingezameld in associatie met het
hellingsediment. De concentratie van menselijke afval doorheen de interne gelaagdheid van het colluvium versterkt de indruk van langdurige exploitatie in de directe omgeving. Directere aanwijzing voor een archeologische site troffen archeologen ónder het colluvium, in de vorm van een waterhoudende structuur . De waterput bevindt zich op een hoogte van 4.4 m TAW, 1.4 m onder het maaiveld [5.8 m TAW]. Uit één kuil één fragment Romeins aardewerk ingezameld.

Er is geen sprake van directe spoorassociaties of -relaties. Ook troffen archeologen in het vlak weinig rechtstreeks met de grondsporen te associëren
artefactvondsten. Niettemin zijn de contexten te verenigen door hun gedeelde landschappelijke context én hun relatie met geattesteerde hellingerosie. Het is de graduele accumulatie van colluvium die relatief te dateren keramische vondsten opleverde. Deze plaatsen we op de overgang tussen de ijzertijd en de vroegromeinse periode.

Auteurs: Cornelissen, Yasmine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Kuilen, greppels en waterput

Datering: ijzertijd, nieuwste tijd, Romeinse tijd
Typologie: colluviale processen, greppels, kuilen, waterputten
Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Wetteren GOG Bastenakkers [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/991960 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.