Tijdens het archeologisch booronderzoek werden er in enkele boringen vondsten aangetroffen. De vondsten omvatten fragmenten aardewerk en glas die in de late middeleeuwen tot de nieuwe tijd te dateren zijn. Het gaat om resten van vaatwerk zoals grijs aardewerk, rood geglazuurd aardewerk, steengoed en faience. Verder omvatten de vondsten een fragment van een knobbelbeker of ribbeker in façon de Venise glas en een pijpensteel. Tijdens het verkennend archeologisch booronderzoek zijn nergens aanwijzingen voor de aanwezigheid van goed bewaarde steentijd artefactensites gevonden.
In totaal werden 63 sporen geregistreerd, waarvan 27 paalsporen, drie kuilen, acht greppels, 11 sporen te relateren aan grachten, twee ploegsporen, vier spitsporen, vier verstoringen en vier natuurlijke sporen. Er werden op slechts drie locaties vondsten geregistreerd tijdens het proefsleuvenonderzoek. Een glazen halsfragment van een groene fles, een wandfragment aardewerk in een vrij zacht wit baksel. Het lijkt te gaan om een scherf kruikwaar uit de Romeinse tijd. De scherf is sterk verweerd, wat doet vermoeden dat het een oudere vondst is die in een jonger spoor is terecht gekomen. Tot slot een oorfragment rood geglazuurd aardewerk uit de late middeleeuwen tot de nieuwe tijd.
De paalsporen, kuilen en ploeg -en spitsporen in het onderzoeksgebied worden op basis van bodemkundige kenmerken gedateerd in de nieuwe tot de nieuwste tijd. De greppels dateren ook in deze periode door de glasvondst en de bodemkundige kenmerken. De grachten zijn gezien de duidelijke aflijning en het historisch kaartmateriaal ook in deze periode gedateerd.
Auteurs: Lommelen, Lies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)