waarneming

Kloosterweg

archeologisch element
ID
992107
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/992107
10 m

Basis Lagen

Beschrijving

Op de rand van het spoorwegtalud werd een bakstenenmuur vrij gelegd over een afstand van 2,3 meter (fig. 3). Het stuk muur werd proper gemaakt, opgemeten en fotografisch gedocumenteerd. Het gaat om een deels uitgebroken baksteenmassief met een schuine oriëntatie t.o.v. de huidige weg (een lichte afwijkende noord-zuidoriëntatie). De bakstenen hebben een formaat van 25,5 x 12,5/13 x 6,5/7 cm. Op het zuidelijk uiteinde bevond zich een stuk blauwe hardsteen in het baksteenmassief (mogelijk een negblok). De bakstenen waren gemetseld met een harde bruingrijze kalkmortel, met verspreid in de mortel witte kalkbrokken. Het metselverband bestond uit een afwisseling van strekken en koppen. Ter hoogte van het opgetekende muurfragment was geen baksteenparement meer aanwezig. Het massief is trapvormig uitgebroken in de richting van het archeologisch park. De muur was in het profiel maximaal 80 centimeter boven het huidige straatniveau zichtbaar. Het is stratigrafisch duidelijk dat het muurmassief ouder is dan het spoorwegtalud en de spoorwegtunnel.

Waarschijnlijk is deze muur een restant van een (omheinings)muur van de Ninoofse Norbertijnenabdij in de onmiddellijke buurt van een poortgebouw dat aansloot op de hoek van de noordelijke en westelijke abdijvleugel. Onmiddellijk ten oosten van de huidige Kloosterweg bevond zich in de late middeleeuwen een noord-zuid georiënteerde weg. Deze weg kruiste meerdere doorgangen/poorten van de abdij: in het uiterste noorden de Proostpoort, vervolgens meer zuidwaarts een poort ter hoogte van het abtskwartier, vervolgens een doorgang die deel uitmaakte van het gastenkwartier en nog meer zuidwaarts de Grote Voorpoort (ten westen van de watermolen).

Er werd bij het onderzoek geen dateerbaar materiaal aangetroffen, maar op basis van de stratigrafische positie van de muur ten opzichte van de spoorweg en het huidige maaiveld wordt vermoed dat het muurfragment wellicht tot de laatgotische bouwfase van de abdij behoorde. Door de aanleg van de spoorweglijn Denderleeuw – Aat (opening op 1 december 1855) werd het terrein gedeeltelijk opgehoogd, wat een goede bewaringstoestand van de archeologische resten in het spoorwegtalud in de hand heeft gewerkt. Delen van de muur werden zonder twijfel geraakt en uitgebroken tijdens de ondertunneling van de spoorweg in de 20ste eeuw (oorspronkelijk liep de kloosterweg over de spoorweg).


Auteurs: Van den Hove, Peter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

bakstenen muur

Datering: late middeleeuwen, nieuwe tijd
Typologie: muurresten, omheiningsmuren, onderdelen van kloosters en abdijen, poorten (bijgebouwen)
Materiaal: keramisch bouwmateriaal
Gebeurtenis:

Relaties

  • Is deel van
    Historische stadskern van Ninove


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Kloosterweg [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/992107 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.