Tijdens het onderzoek werden verschillende sporen en structuren teruggevonden die gerelateerd zijn aan de verschillende fasen van het Pauscollege.
Een aantal sporen (3) en lagen konden als ouder dan de grote uitgraving van eind 18de eeuw worden gedateerd. Slechts één van deze sporen, een grote kuil, leverde een dateerbare vondst op, met name een proto-steengoedscherf die wellicht in de 13de of 14de eeuw gedateerd kan worden. Hetzelfde spoor leverde tevens een grote hoeveelheid tefrietfragmenten op, wellicht restanten van een maalsteen.
In de testputten (TP1-3) werden vier muren aangetroffen, die ons toelaten om de voormalige zuidoostvleugel van het Pauscollege met enige nauwkeurigheid te reconstrueren, in de vorm zoals deze vermoedelijk bestond doorheen de 17de eeuw tot aan de gedeeltelijke ineenstorting en daaropvolgende afbraak in 1775. Tijdens de archeologische begeleiding van de volgsleuven (WP5-6) konden vervolgens nog twee muren in kaart worden gebracht, parallel aan de voormalige zuidoostvleugel van het college. Wellicht gaat het hier om een bijgebouw dat minstens ten dele gelijktijdig bestond met het Pauscollege als ‘vierkantscomplex’.
De archeologische observaties bij de documentatie van de vier werkputten (WP1-4) voor de watercisternes werden overheerst door de aanwezigheid – vastgesteld in alle vier de werkputten – van (een) grootschalige en diepe uitgraving(en). Deze uitgraving(en) was gevuld met puin- en grondpakketten, die er duidelijk vanop het toenmalige maaiveldniveau in waren gedumpt. Een groot deel van het vondstmateriaal werd verzameld uit de vele vullingen van deze uitgraving. De aardewerkvondsten lijken een datering op het eind van de 18de eeuw, toen na de hierboven vermelde gedeeltelijke instorting een nieuw complex werd opgetrokken, te bevestigen. Wellicht betreft het hier een sleuf of paar sleuven die werden uitgegraven om het puin van de af te breken gebouwen in te dumpen, alsook grond van eventueel nog te nivelleren delen van het terrein voorafgaand aan de grootschalige bodemingrepen die gepaard gingen met de constructie van het vernieuwde Pauscollege en aanpalende gebouwen.
Tenslotte zijn er in de bovenste niveaus heel wat sporen en lagen gedocumenteerd die wellicht te linken zijn aan de diverse fasen van heraanleg van het binnenplein van het Pauscollege doorheen de 19de en 20ste eeuw.
Auteurs: Claeys, Johan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Archeoworks