Tijdens het landschappelijk booronderzoek zijn op de onderzochte locaties geen afgedekte geomorfologische structuren vastgesteld in het alluvium. Het alluvium betreft louter veen- en ijzeroerpakketten, met enkel op grotere diepte (>1,5 m) zandige afzettingen van de Weichseliane fluviatiele fase. enkel vastgesteld ter hoogte van deelgebied 1, waar er een restant van een podzolprofiel werd vastgesteld bij 2 boringen.

Via een proefsleuvenonderzoek kon één van de vermoedelijke wegtracés al onderzocht worden. Een coupe op dit wegtracé toonde aan dat de aanleg van de weg in de 20ste eeuw gedateerd moet worden. De weg is opgebouwd uit twee fases. De eerste fase is opgebouwd uit twee pakketten op een recente ophoging. Het wegdek zelf bestaat uit baksteen- en mortelpuin. Vanuit de westen wordt dit vlak afgedekt door een ophoging. Daarna wordt over een wijder oppervlakte een 2de wegniveau aangelegd. Het gaat om een aarden weg. De weg is zeer waarschijnlijk te dateren aan het begin van de 20ste eeuw. Op basis van kaartmateriaal kan de aanleg ervan gedateerd worden voor 1906. Er werden geen oudere sporen of een ouder wegtracé vastgesteld.