Algemeen
In totaal werden 12 sporen geregistreerd, waarvan één paalspoor, één kuil, drie greppels, één gracht, twee ploegsporen, één spitspoor en drie natuurlijke sporen. De sporen bevonden zich op een diepte van gemiddeld ca. 51 cm onder het maaiveld. De meeste sporen werden aangetroffen in het noorden en in het zuiden van het terrein. Er werden geen vondsten aangetroffen tijdens het proefsleuvenonderzoek.
middeleeuwen/nieuwe tijd
Een perceelsgreppel met een noordnoordoost-zuidzuidwest oriëntatie en een grijze vulling wordt door zijn ligging in het vlak gedateerd in de late middeleeuwen/nieuwe tijd.
Nieuwe/nieuwste tijd
Het paalspoor, de kuil en de 2 overige greppels werden op basis van de aflijning en de niet uitgeloogde vulling gedateerd in de nieuwe tot de nieuwste tijd. De gracht heeft een zeer duidelijke aflijning en een donkere bruingrijze kleur. Door het bekijken van de Atlas der Buurtwegen kunnen we besluiten dat het gaat om een perceelsgracht die ten vroegste tegen het einde van de 18de eeuw te dateren valt. Over het volledige onderzoeksgebied konden ploegsporen worden waargenomen. Het gaat om smalle, langwerpige sporen met een scherpe aflijning en een noordoost-zuidwest of een noordwest-zuidoost oriëntatie. Hiernaast werden er ook spitsporen aangetroffen.