In de opgegraven begijnhofhuizen werden zoals verwacht resten gevonden van oudere bouwfases. Algemeen lijken de onderzochte huizen in Oud Kerkhof en deels deze aan de Kalvarieberg in kern ouder te zijn en alleszins een complexere bouwgeschiedenis te hebben dan de huizen Wezenstraat 3 en 7, Kalvarieberg 6 en Grachtkant 3. Deze laatstgenoemde vier huizen zijn redelijk gelijkaardig en simpel opgebouwd zonder noemenswaardige verbouwingen achteraf. Het betreft telkens een breedhuis met een centrale gang met een trap naar boven met veelal een keldertje eronder en met links en rechts telkens een aanpalende ruimte.
In veel van de onderzochte begijnhofpanden werden meerdere vloerniveaus aangetroffen met ertussen ophogingslagen. Bepaalde ingrepen kunnen mogelijk gerelateerd worden aan het droger maken van (kelder)ruimtes. Dit kan gaan van de aanleg van (hoger gelegen) vloeren met kalkmortel in de kelders tot het mogelijk doelbewust aanbrengen van een laag sintels en ijzerslakken. De natuurlijke bodem werd nergens aangesneden bij de uitgravingen in functie van nieuwe vloeropbouw. Bij het onderschoeien van de keldermuren in één van de woningen werd wel een alluviale laag aangetroffen vanaf circa 1 m onder vloerniveau. In fase 1 werd vastgesteld dat de natuurlijke bodem zich op een diepte tussen 1 m en 1,5 m onder maaiveld bevond.
De meerderheid van de onderzochte woningen wordt in de 17de eeuw gedateerd volgens het bouwhistorisch onderzoek. Per huis kon de algemene chronologie aan de hand van archeologisch onderzoek verder verfijnd worden door meerdere bouwfases en of verbouwingen te herkennen. De bevindingen komen deels overeen met deze uit het bouwhistorisch onderzoek. Het gangbaar cartografisch materiaal is veelal te schetsmatig uitgevoerd om bruikbaar te zijn. Enkel op basis van het primitief kadaster uit 1826 konden enkele vaststellingen worden gedaan.
Op basis van enkele zeer fragmentair aangetroffen resten kunnen oudere bouwfases niet uitgesloten worden. Een algemene tendens is om de huizen groter te maken door achteraan bijbouwen te zetten. Zoals gebruikelijk werden op de achtererven water- en beerputten aangetroffen.
Auteurs: Vander Ginst, Vanessa
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Studiebureau Archeologie