Broekstraat
archeologisch element- ID
- 992214
- URI
- https://id.erfgoed.net/waarnemingen/992214
Beschrijving
In totaal werden 33 sporen aangeduid in de vorm van greppels/grachten, lagen, kuilen en een hooiopper. De lagen kunnen geïnterpreteerd worden als opvullingslagen van grachten/greppels en mogelijk één of meerdere poelen/depressies. Ook is er één bomkrater uit WOI aan het licht gekomen.
Auteurs: Genbrugge, Sebastiaan; Bot, Bart
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bomkrater WO I
Datering: WO ITypologie: bomkraters
Gebeurtenis:
Beschrijving:
De vulling bestond uit een bruinig zand met ijzerresten. Ter hoogte van deze bomkrater werd er – in een bovenliggende laag – een artillerieprojectiel gerecupereerd.
Laatmiddeleeuwse sporen
Datering: late middeleeuwenTypologie: depressies, grachten (infrastructuur), greppels, poelen
Materiaal: grijs aardewerk, rood aardewerk
Gebeurtenis:
Beschrijving:
Aan de meest noordoostelijke zijde van het plangebied loopt een NO-ZW georiënteerde gracht van min. 3 m breed waarin laatmiddeleeuws aardewerk is aangetroffen. Er konden 2 verschillende opvullagen herkend worden: een donkerbruine en humeus kleiig zand en een grijze tot donkergrijze meer gevlekte vulling.
Quasi parallel met de oostelijke plangebiedgrens loopt een NNW-ZZO georiënteerde gracht met een breedte van 1,5 m. De vulling was grijs/grijsbruin met enkele baksteenbrokken. In doorsnede werd een komvormige greppel waargenomen met een maximaal uitgegraven diepte van -30 cm onder het archeologisch vlak. Uit de vulling werd een stuk van een reducerend gebakken laatmiddeleeuwse drainagebuis verzameld. Een greppel met een oppervlaktebreedte van 40 cm en een NW-ZO oriëntatie sneed de gracht. Op basis van de vulling is deze gelijktijdig. Uit de vulling werd een residueel silexfragment gerecupereerd.
Ca. 15 m ten westen van de voorgaande gracht is een greppel met gelijkaardige oriëntatie aangesneden. De greppel had een breedte van 0,5 m tot 0,8 m. De vulling had een donkerbruine kleur met enkele vlekken versmeten moederbodem. In de vulling werden 2 laatmiddeleeuwse wandscherven verzameld.
Centraal in het plangebied is over twee proefsleuven heen een groot onregelmatig spoor aangesneden dat als een depressie of poel kan worden geïnterpreteerd. De vulling was licht humeus en donkerbruin grijs. Aan de westzijde nam het spoor eerst de vorm aan van een greppel. Een doorsnede toonde een grillige bodem aan. Uit de vulling van zowel de greppel als depressie/poel werd laatmiddeleeuws aardewerk verzameld. Net ten zuiden hiervan zijn twee snijdende greppels aangetroffen die op basis van een kogelpotachtige pot in de late middeleeuwen wordt gesitueerd.
Ook in de zuidwestelijke hoek van het plangebied is een vrij omvangrijk spoor blootgelegd. De vulling was grijsbruin en bevatte laatmiddeleeuws aardewerk. Het is niet geheel duidelijk of we hier te maken hebben met een gracht of eerder een onderdeel van de depressie/poel.
Natuurlijke depressie/poel
Typologie: depressies, poelenGebeurtenis:
Beschrijving:
De noordelijke helft van het plangebied wordt ingenomen door een omvangrijke poel of depressie. Het spoor had een gevlekte grijsbruine vulling. Op een diepte van -1,5 m onder het maaiveld werd een humeuze laag vastgesteld (laag 5 en 6), gemengd met zandig materiaal. Daarboven werden opvullingspakket waargenomen. Mogelijk betreft het hier een natuurlijke depressie die in de late middeleeuwen werd opgevuld. Uit de vulling werd zowel laatmiddeleeuws grijs aardewerk (waaronder een rand van een kom) als rood aardewerk verzameld.
Ongedateerde sporen
Typologie: greppels, kuilenGebeurtenis:
Beschrijving:
In de noordoostelijke hoek van het plangebied bevond zich een NO-ZW georiënteerde greppel. De greppel had een breedte van 0,5- 0,8 m en bevatte geen vondstmateriaal.
In de westelijke helft van het plangebied zijn twee dunne NO-ZW georiënteerde greppels aan het licht gekomen met respectievelijke een breedte van 25 cm en bruingrijze zandvulling en 30 cm met een vulling van donkergrijs zand, vermengd met versmeten moederbodem.
Centraal zuidelijk in het plangebied zijn drie clusterende kuilen met een gevlekte vulling blootgelegd. Ze zijn sterk onregelmatig qua vorm en bevatten geen diagnostisch materiaal.
In het zuidwestelijk uiteinde van het plangebied is een omvangrijk spoor en kuil met een donkerbruine vulling aangesneden die mogelijk kan gelinkt worden aan de vermoedelijke noordelijke poel/depressie.